Stadsuitbreiding en stadsommuring in middeleeuws Roermond
9 Een dwangburcht?
Uit de tijd van Karel van Egmond is nog iets anders bekend, al is de precieze toedracht wat in schimmen gehuld. De context was de volgende: na een leven lang oorlog voeren tegen de Bourgondiërs en de Habsburgers had Karel bereikt dat deze hem als hertog van Gelre accepteerden. Omdat hij aan het eind van zijn leven geen wettige opvolgers had zag de toekomst er voor het onafhankelijke Gelre niettemin dreigend uit. Met het oog hierop had hij in 1534 een geheim verdrag gesloten met Frankrijk: het hertogdom zou na zijn dood aan de Franse koning komen. Eind oktober 1537 probeerde de hertog het opvolgingsverdrag met Frankrijk erkend te krijgen door de vertegenwoordigers van de vier kwartieren waarin Gelre verdeeld was. De steden Nijmegen, Roermond, Zutphen, Venlo, Tiel, Zaltbommel en Doetinchem verklaarden zich tegen het plan omdat ze vreesden dat dat de Habsburgers alleen maar tot een nieuwe oorlog zou uitdagen; alleen de residentiesteden Geldern en Arnhem verzetten zich niet.
Daarop probeerde Karel druk uit te oefenen op de stadsbesturen om hen tot andere gedachten te brengen. Hij deed dat door zogenaamde dwangburchten (soms een kasteel, soms een eenvoudig blokhuis) met een contingent soldaten te bezetten. Verschillende steden kregen troepen op bezoek, andere brachten zichzelf in staat van verdediging om te voorkomen dat dat zou gebeuren. Roermond moest toestaan dat ‘eyn poirt myt etzelicke toernen’ door troepen werd bezet.
Vrijwel onmiddellijk daarna, begin november, barstte echter in verschillende Gelderse steden een opstand los. In Nijmegen bestormde en ontmantelde de bevolking het Valkhof, en van daar uit breidde de opstand zich uit naar Zutphen, Zaltbommel, Venlo en Roermond. Ook Doesburg sloot zich bij de opstandige steden aan. In Zutphen verdedigde zich met steun van troepen uit Overijssel en Kleef tegen een belegering door de soldaten van Karel van Egmond. Op 19-11-1537 heette het: ‘Ceulx de Remunde et Venlo rompent tousiours aussi leurs forts, disant quilz veullent tenir auec ceulx de Nymmegen jusques au dernier homme’ (de inwoners van Roermond enVenlo zijn ook nog steeds doende hun forten - dat wil zeggen de hertogelijke dwangburchten in hun steden - te slopen, zeggende dat ze met de inwoners van Nijmegen willen volhouden tot aan de laatste man). De hertog bond uiteindelijk in en stemde toe in een nieuw opvolgingsverdrag met Gulik.
We weten helaas niets met zekerheid over de dwangburcht die door de Roermondenaren is vernield. Het lijkt erop dat Karel in Roermond slechts een zeer kleine en provisorische dwangburcht had ingericht door een poort en enkele torens te bezetten. Maar ook daarvan is niet overgeleverd welke poort en torens dat precies waren.