Hoofdpagina

Het gangbare
beeld

De verwoeste
nederzetting

De 13e eeuwse
stadsommuring

Muur of wal?

De Kattentoren

De nieuwe poort

Rondelen?

Dwangburcht

Het einde van een
tijdperk

Conclusies

Cijnsregister

Illustraties,
bijschriften en afkortingen
.

 

Stadsuitbreiding en stadsommuring in middeleeuws Roermond

11 Conclusies

Terugkijkend meen ik te kunnen stellen dat de geschiedenis van het ontstaan en de groei van Roermond en haar stadsommuring op belangrijke onderdelen herschreven is. Immers(zie ook figuur 5):

·       De oudste prestedelijke nederzetting moet waarschijnlijk niet langs de Roer, maar op de heuvel rond het begin van de Swalmerstraat gezocht worden.

·       Binnen dit gebied kon de ligging van de hoofdgebouwen van de curtis Roermond worden gelokaliseerd: tussen de Wernerstoren en de Swalmerstraat, op een plek die een aanwijzing bevat voor de herkomst van deze curtis uit het Frankische koningsgoed Asselt. De curtis was waarschijnlijk omgeven door een gracht met palissaden, waarvan een deel achter het stadhuis is opgegraven.

·       De nederzetting die in 1214 verwoest werd omvatte niet alleen het terrein tussen Roer en Luifelstraat, maar een al dan niet aaneengesloten bebouwing die zich uitstrekte tot in ieder geval het eind van de Swalmerstraat, de noordkant van het Munsterplein en het noorden van de Schuitenberg.

·       Een deel van de stadsommuring die volgens de overlevering is aangelegd in 1232, inclusief een toren en een poort, is nauwkeurig gelokaliseerd: het tracé tussen de Wernerstoren en het huizenblok tussen de Lindanus- en Bethlehemstraat in. Hiervan werden totnogtoe bestaan en globale ligging alleen vermoed.

·       Het zuidelijke tracé van deze stadsommuring liep waarschijnlijk niet ten noorden, maar ten zuiden van de Munsterabdij en vandaar verder langs de Bakkerstraat richting Roer.

·       Van een ommuring van vóór 1388 is een stadspoort aan het licht gekomen die totnogtoe over het hoofd was gezien: de Swalmerpoort.

·       Het deel van de binnenstad ten oosten van de genoemde stadsmuur vanaf de Wernerstoren is in twee fasen uitgelegd; in de eerste fase kreeg de noordkant aanvankelijk geen stadsmuur, maar een loopgraaf voor boogschutters.

·       Het jongste deel daarvan, waartoe de Kattentoren en de Moerkenspoort behoorden, is niet uiterlijk in 1347, maar pas in 1388 of kort daarna bij de stad getrokken.

·       De oostgrens het gebied van de schepenbank Hoembergen, die in 1424 bij Roermond is gevoegd, werd niet gevormd door de Oude Roer, maar door de stadsdijk waarover de weg van Herten naar de Roerbrug liep. Deze toegangsweg werd in de 15e en 16e eeuw beschermd door de Nieuwepoort.

Een consequentie van één en ander is, dat Roermond in de perioden tot 1214 en tot 1232 belangrijk groter, maar in de periode tot 1388 kleiner was dan totnogtoe werd aangenomen.