1. ACHTERGRONDINFORMATIE
De geraadpleegde
rekeningen
'Dit is Wernerus reckeninghe van Deventer van dien dat hij opgheboert
ende uytghegeven heft van gheheit des hertogen van Ghelre greve van
Zutphen'. Zo luidt de aanhef van een rekening van de hand van Werner
van Deventer, waarin deze van 18 maart 1342 tot 1 november 1343 de inkomsten
en uitgaven van het rondtrekkende hof van hertog Reinoud II van Gelre
verantwoordt . Tijdens deze periode verbleven Reinoud en zijn gevolg
maar liefst 141 dagen op het kasteel Montfort. Dit levert vele hiermee
verband houdende inkomsten- en uitgavenposten op.
De tweede geraadpleegde
rekening is de door Gerard Herwich opgestelde rekening 'tot tymeringe
der borch tot Monford' . Deze informeert over omvangrijke bouwwerkzaamheden
aan het kasteel tussen mei 1342 en oktober 1343. In 86 pagina's administreert
Gerard Herwich, kapelaan van de hertog van Gelre, de loonkosten voor
tientallen metselaars, steenhouwers, opperknechten en andere arbeiders.
De bouwrekening wordt afgesloten met uitgaven voor de steenbakkerijen,
de aanschaf van natuursteen, het graven van visvijvers en diverse andere
zaken.
Tenslotte bieden
de rekening van het Land van Montfort van 13 juli 1342 tot 13 juli 1343
en de aansluitende rekening van 13 juli 1343 tot 13 juli 1344 informatie,
zij het in beperkte mate. Het Land van Montfort was destijds een bestuursdistrict
van het hertogdom Gelre, dat vanuit het kasteel Montfort werd bestuurd
door drossaard Diddric Wamboys van Elmpt. Deze was in ieder geval vanaf
1338 'drossate in de lande van Monford' en werd in 1344 opgevolgd door
Matthias van Kessel . In de geraadpleegde jaarrekeningen legt Diddric
Wamboys van Elmpt verantwoording af voor de inkomsten en uitgaven van
het Land van Montfort.
Kasteel Montfort
Het kasteel Montfort werd naar alle waarschijnlijkheid omstreeks 1260
gebouwd op een natuurlijke verhoging in een waterrijke omgeving ten
westen van het gelijknamige dorp. Wellicht is deze verhoging de heuvel
Miemelar, die in 1258 door Elisabeth van Sprimonth aan graaf Otto II
van Gelre werd overgedragen . Het was vervolgens Otto's jongere broer
Hendrik van Gelre, bisschop van Luik, die het kasteel bouwde.
Het kasteel Montfort
geldt als één van de grootste en meest geavanceerde voorbeelden
van het polygonale (veelhoekige) kasteeltype . Het uit de dertiende
eeuw daterende grondplan toont een onregelmatige natuurstenen ringmuur
met uitspringende hoeken en knikken in de tussenliggende muren, beiden
bedoeld voor flankbescherming (zie afbeelding). Waarschijnlijk waren
aanvankelijk alleen de hoeken aan de noordzijde torens, terwijl de zuid-hoeken
uit open rondelen bestonden die later tot torens werden getrans-formeerd
. Tenslotte bevond zich in de westmuur de hoofdtoren: de 'Grauwert'
genaamd. Het betreft een zogenaamde 'tour-a-bec': een toren met een
punt, waarvan de rechte vlakken moesten voorkomen dat blijdekogels met
volle kracht door de muur of de nabij gelegen poort konden boren. Dit
was in de dertiende eeuw een bouwkundige noviteit, waarvan het kasteel
Montfort het enige voorbeeld in Nederland is.
In 1342-1343 bestond
de militaire bezetting van het kasteel uit 7 burchtmannen, een poortwachter,
torenwachter en boogschutter . Daarmee was deze bezetting kleiner dan
die uit een eerdere jaarrekening: in 1294-1295 was immers naast 5 burchtmannen
sprake van 2 poortwachters, 2 torenwachters, 5 boogschutters en 2 steenwerpers
. De geringe bezetting in 1342-1343 houdt mogelijk verband met de beperkte
militaire functie van het kasteel, waaraan op dat moment omvangrijke
bouwwerkzaamheden plaatsvonden. Naast burchtmannen, wachters en een
boogschutter moet er nog overig personeel op het kasteel Montfort gewerkt
hebben. Zo is in de hertogelijke hofrekening sprake van 'Moerschin,
heren Wamboys knecht', van 'Johans knecht van Monford' en 'Ghiseber
den coc' .
Land van Montfort
Uit het testament van Hendrik van Gelre van 12 december 1277 blijkt
dat het 'castrum Monforth' het centrum was van een aaneengesloten gebied
ten oosten van de Maas en ten zuiden van de Roer: de heerlijkheid Montfort.
Hendrik van Gelre bestuurde dit gebied in ieder geval van 1259 tot z'n
dood in 1285 als zelfstandig heer. Daarna gingen kasteel en heerlijkheid
over aan zijn neef, graaf Reinoud I van Gelre. Deze voegde de nieuwe
verwerving toe aan z'n uitgestrekte graafschap, waarvan dit gebied onder
de naam Land van Montfort het meest zuidelijke bestuursdistrict werd.
Tot dit Land van Montfort behoorden in 1342-1343 de stadjes Nieuwstadt,
Echt, Montfort en verder Roosteren, St. Odiliënberg, Vlodrop, Posterholt,
Linne en de verdwenen plaats Hoembergen .