Inleiding

januari februari
maart april
mei juni
juli augustus
september oktober
november december

 

 

 

Maart:
Lentemaand
1. Sint Albijn, verandert suiker in azijn.
Regent het op St. Albinus dat het giet, dan doet de boer dat veel verdriet.
5. Regen op Sint Adriaan, laat niets meer droog staan.
10. Zoals het weer in de Veertig Martelaars vindt, zo blijft het veertig dagen met zijn wind.
Als vorst de Veertig Martelaars brachten, dan houden zij die veertig nachten.
Als het met de "40" niet vriest, de winter nog lange kniest!
Zoals het nu met de Veertig Ridders weent, het nog veertig dagen wederkeert.
12. Is het weer op St. Gregorius dol, dan kruipt de vos reeds uit zijn hol. Maar is hij schoon en zonder vlagen, hij schuilt nog veertien dagen.
Zo de wind staat op St. Gregorius, zo staat hij nog veertig dagen.
14. Sint Mathilde komt uit drie hoeken, met hagelstenen bakt zij koeken.
Es Sinte Mathild kump oet drie heuk, mit hagelsjtein zie bak häör keuk.
17. Op Sinte Geertruid, komt de warmte de grond uit.
Sint Mathies sjmiet eine heite sjtein in ’t ies, Sint Gertruud, mit de moes, haolt ‘m weer droet.
Sint Geertroed, die sjoon broed, bleus de sjnieder de kaers oet.
19. Sint Jozef schoon en goed, een vruchtbaar jaar hopen doet.
Sint Josef helder en klaar, geeft licht een vruchtbaar jaar.
Sinte-Jozef sta ons bij, of de winter gaat niet voorbij.
Sint Joep helder en klaor, bringk ein vruchbaar jaor.
20. Op Sint Jonas, komt dikwijls vuur van pas.
21. Met zuidenwind op Sint Benooi, neemt het weer een goede plooi.
Sint-Benooi, de wind uit noord, blaast zo nog zeven weken voort.
Wind uit noord op Sinte-Benuut, ge zijt voor zeven weken gekluut.