SINT JACOB:
Naam:
Jacob, Jacobus, Jacques, Santiago, Keub
Naamsdag: Katholiek 25 juli (Orthodox 30 april, Koptisch 12 april, Armeens
28 december)
Betekenis naam: God behoedt
Geboren: Aan het meer van Genezareth in Gallilea
Overleden: Omstreeks Pasen in het jaar 43 te Jeruzalem
Attributen: Met boek (tot 12 eeuw), als Ruiter met zwaard, als Pelgrim
met schelp
Patroon-heilige voor: Van Spanje, Soldaten, Arbeiders, Hoedenmakers,
Ketting-smeden, Apothekers en Drogisten, Pelgrims, voor het weer, voor
veldvruchten, tegen Reuma
Sint Jacobus, ook
de Meerdere, de Oudere, of de Grote genoemd, was de zoon van de visser
Zebedeus en Salome, en de oudere broer van Apostel Johannes. Jezus gaf
de beide broers de bijnaam: "Boanerges" wat "Donderzonen"
betekent. (Markus-evangelie). Jacobus behoort naast zijn broer en Petrus
tot de bevoorrechte apostelen, die Jezus ook bijstonden in zijn doodsangsten
in de tuin van Gethsemane. Na de dood van Christus werd Jacobus een
vurig verkondiger van de leer van Jezus in het Heilige land en werd
hij hoofd van de Christengemeente van Jeruzalem. Naar overlevering verkondigde
hij na Pinksteren in de omgeving van Samaria (het huidige Shomron) en
Jeruzalem het Evangelie, en in Jeruzalem bekeerde hij dwaalleraren en
wierp hun toverboeken in zee. De Joden waren daarover zeer verontwaardigd
en brachten hem voor de Hoge-Raad en lieten hem geselen. Hij werd toch
weer vrijgelaten, maar in het jaar 42 werd hij op last van koning Herodus
Agrippa I van Judea te Jeruzalem onthoofd. Daarmee was Jacobus de eerste
martelaar onder de Apostelen. Op weg na zijn onthoofding genas Jacobus
een lamme man, en hij vroeg aan de henker een fles water, om daarmee
Josias, die hem de strik had omgelegd, en die zich toen bekeerd had,
te kunnen dopen. Daarop werd Josias ook samen met Jacobus onthoofd.
In Jeruzalem staat, op de plaats van zijn onthoofding, de Jakobskerk.
In het jaar 70 is zijn gebeente naar het Jakobsklooster (het huidige
Catharinaklooster) gebracht. Van daaruit gingen ze, in de 8e eeuw, naar
Spanje, (Ter bescherming tegen de aanvallen van de Sarasenen) waarin
816 de Jakobskerk werd ingewijd. In de slacht van Clavigo (Compostella)
in 844 overwon Jacobus, die verschenen zou zijn aan koning Ramiro, voorop
rijdend op zijn wit paard, met de soldaten, de Moren. Op deze plaats
ontwikkelde zich Santiago de Compostella (Spaans voor: "Het veld
van de ster"). In Spanje zegt men dat Jacobus, direct na de Hemelvaart,
daar gepreekt en apostelen geworven heeft, met de voorspelling dat hij
daar na zijn dood ontelbare mensen zou bekeren. In Santiago de Compostella
(Santiago is Spaans voor Jacobus) zou, voor begin van de bouw van de
kerk, daar zijn graf gevonden zijn. Vanaf de 11e eeuw werd Santiago
tot een der grootste bedevaartplaatsen van het avondland. Door heel
Europa liepen wegen richting Santiago. Tot in de 15e eeuw trok die plaats
meer pelgrims dan Rome en Jeruzalem. In Scandinavië noemde men
Spanje in die tijd "Jacobsland". In die tijd kregen de pelgrims
bij aankomst een hoed die met een schelp versierd was. In 1128 werd
de Kathedraal ingewijd, die in de 18e eeuw een Barokke mantel kreeg.
Sedert 1122 geldt dat, ieder jaar waarin zijn gedenkdag op een zondag
valt, dat een heilig jaar is, waarin de pelgrims een totale vergeving
van al hun zonden krijgen.
Oorspronkelijk
werd hij afgebeeld als apostel (met boek), na de 12e eeuw wordt hij
ook afgebeeld met zwaard, oorspronkelijk het zwaard van zijn onthoofding,
maar later als teken van zijn patronaat over strijders, ridders en krijgslieden.
Het zwaard heeft dan vaak de vorm van het Sint Jakobskruis: rood kruisvormig
zwaard waarvan de dwarsarmen eindigen in lelies met de Sint Jacobsschelp
in het midden. Sinds de middeleeuwen wordt hij afgebeeld als Pelgrimvader
en schutspatroon van de pelgrims met staf, kalebasfles en Sint Jacobsschelp.
Deze schelpen werden gevonden aan de kust van Galicië (NW-Spanje).
De Schell gebruikt deze schelp als logo.
Tegenwoordig is deze pelgrimstocht een moderne toeristische gebeurtenis
geworden. Velen zoeken ook spirituele diepte op hun weg naar Santiago.
Iedereen die ten minste 100 km te voet, of 200 km per fiets heeft afgelegd,
ontvangt in het Pelgrimskantoor een oorkonde. Zo ongeveer 200.000 van
de jaarlijkse 10 miljoen toeristen komen als echte pelgrim. De 25e juli
wordt feestelijk gevierd met een groot vuurwerk, en boven de hoofden
van de bedevaartgangers zwaait een reusachtig wierookvat.
Op Sint Jacobs-dag
brachten vroeger de boeren hun eerste appels ter zegening, en dat was
dan ook dikwijls tevens een marktdag.
In Roermond is
de Voorstad naar hem genoemd, en er is ook een Jacobus-kapel. In de
Kathedraal staat een relekwie-houder, in de vorm van een onderarm met
hand, waarin botresten van de arm van Sint Jacobus.
Er is ook (weer) een Jacobus-Broederschap opgericht.
Landelijke
pelgrimsmis met opening eerste refugio van Nederland
Op zondag 28 maart 2004 vondt in de Sint Christoffelkathedraal te Roermond
een landelijke pelgrimsmis plaats. Enkele honderden mensen uit heel
Nederland waren daarbij aanwezig. Zij pelgrimeerden in de afgelopen
tijd naar de Spaanse bedevaartplaats Santiago de Compostela of zijn
van plan dit in de komende tijd te doen. Hoofdcelebrant is hulpbisschop
E. de Jong van Roermond. Vocale medewerking verleende het Koninklijk
Roermonds Mannenkoor.
Na afloop werd bij de kathedraal de eerste 'refugio' van Nederland geopend.
Lees verder.....