Stichting
Ruimte is te gast bij
www.historieroermond.nl
RoerDelta: het
plan-Wauben
Bijdrage van
Willem Cartigny.
Voorgeschiedenis
Het RoerDelta-project
in Roermond is één van de 24 projecten die verspreid
over het land plaatsvinden in het kader van de Experimentenwet Stad
& Milieu.
In deze projecten worden vervuilde gebieden geherstructureerd, waarbij
milieu en ruimtelijke ordening een vruchtbaar huwelijk moeten aangaan
onder het motto ‘leefkwaliteit’. De gemeenten zijn minder
dan normaal gebonden aan de geldende wet- en regelgeving op milieugebied.
Daar staat dan tegenover dat er gewerkt wordt met een ‘open
planproces’ waarin bewoners actief deelnemen. Althans dat is
de oorspronkelijk opzet.
De ervaringen in de 24 projecten zijn niet onverdeeld gunstig. De
milieubeweging heeft als kritiek dat het begrip leefkwaliteit niet
concreet wordt ingevuld, zodat men er alle kanten mee uit kan. Vanuit
het oogpunt van bewonersparticipatie is het in veel gemeenten om uiteenlopende
redenen misgegaan.
In Roermond is een brede Adviesgroep RoerDelta gevormd die aanvankelijk
moest kiezen tussen drie stedenbouwkundige visies. De Gemeente wees
alledrie als zodanig af, maar pleitte voor combinatie van onderdelen
uit de verschillende plannen. De gemeente Roermond nam ook afstand
van de visies omdat ze alledrie te weinig voldeden aan de eisen voor
Stad & Milieu-projecten.
Vervolgens kreeg de Rotterdamse stedenbouwkundige Frits Palmboom (bureau
Palmboom & Van den Bout) de opdracht om een Masterplan te ontwikkelen.
In de loop van het proces raakte de Adviesgroep verdeeld over Palmbooms
ideeën. Tot de tegenstanders behoorden de eigenaars van de watersportbedrijven
langs de Maas en de eigenaars van de boerderij ‘Euver ’t
Brökske’ aan de Lindanussingel, waarvoor in de plannen
geen plaats meer was. De eigenaars van het boerderijtje, Harrie Hawinkels
en Marij Vossen, huurden in augustus 2001 architect ir. Bart Wauben
in voor een alternatieve invulling van een deel van het gebied.
Pas op 20 december 2001 ging de gemeenteraad onder voorwaarden akkoord
met het Masterplan RoerDelta. Eén van de voorwaarden was dat
B&W een aantal zaken nader moesten uitwerken met medeneming van
het plan-Wauben. Dat is uitgemond in enkel cosmetische aanpassingen
aan het plan Palmboom.
plan Wauben
plan
Palmboom
Illustraties:
plattegronden van plan-Wauben en Palmboom]
Het plan-Wauben
(versie 28 juni 2002), bedoeld als alternatieve uitwerking van de
uitgangspunten van het Masterplan RoerDelta. De bestaande bebouwing
is roze aangegeven, de nieuwe donkergeel.
Belangrijkste elementen:
· een alternatief voor de zeer brede gevelwand (ca. 160 meter)
langs de Lindanussingel uit het Masterplan: opener bebouwing en een
stadspark
· handhaving en zinvolle inpassing van de boerderij-Hawinkels
(in 1944-1946 gebouwd op de plaats van een door oorlogsgeweld verwoeste
boerderij) en van overblijfselen van het Akcros-fabriekscomplex: gevels
van het hoofdgebouw uit 1869 (gemeentemonument; verwerkt in D), schoorsteen
(volgens de Stichting Fabrieksschoorstenen STIF van grote zeldzaamheidswaarde;
tussen B, C, F en de boerderij) en directeursvilla’s (bij E)
· een aantal verwijzingen naar de historische toestand: een
vijver ongeveer op de plek van de historische Molenbeek ( behoorde
tot een van de oudste waterwerken uit Nederland, 13 e eeuw, en na
de oorlog gedempt), situering van een vleugel van een woonblok (F)
op de plek van de historische papiermolen van Burghoff (in 1979 gesloopt),
een ‘Franse’ siertuin met als middelpunt de Akcros-schoorsteen.
Het plan-Palmboom,
versie 8 juli 2002.
Belangrijkste elementen:
· doelstelling: een hoogwaardig woongebied
· ordening van de woningen in grootschalige hoven rond tuinen,
waardoor iedere woning tenminste één stille kant krijgt;
· een trapsgewijze overgang tussen binnenstad en buitengebied:
eerst de compacte stad (met brede oostelijke gevels langs de Lindanussingel
voor de geluidswering), dan de woonhoven, en uiteindelijk een park
langs de Roer waar de westelijke woningen op uitzien
· geen plaats voor:
· de boerderij-Hawinkels, die een gat in de geluidswering zou
vormen en noch bij de ‘compacte stad’, noch bij het historisch-industriële
karakter zou passen
· het hoofdgebouw 1869 (tenzij een klein geveldeel) en de schoorsteen
van de Akcrosfabriek, die als bouwwerk weliswaar perfect in het gebied
passen maar op ongelukkige plekken zouden liggen
· de Akcros-directievilla’s, die niet in het park langs
de Roer zouden passen
De belangrijkste bezwaren tegen plan Palmboom;
Het gaat hier enkel om het zgn. Benedenste eiland ofwel het vm Akcros-Haagen-terrein.
Voor de rest van het Deltagebied is het Masterplan is grote lijnen
acceptabel.
Molenbeek
Het plan-Wauben stelt voor de Molenbeek deels terug te brengen en
daarboven een wooncomplex te situeren, als verwijzing naar de molens
die daar eeuwenlang, tot 1979 toe, hebben gelegen. Het water komt
in het plan terug in de vorm van een verbreedde vijver, vlakbij de
plek waar een halve eeuw geleden nog de Molenbeek liep.
Het deels terugbrengen van deze Roertak wordt door de gemeente afgewezen
onder verwijzing naar de vervuiling aldaar. Bij uitgraving zou vervuilde
grond naar boven komen en sanering hiervan is duur. Architect Wauben
kon echter aantonen dat die vervuiling in zijn plan effectief en tegen
geringe kosten valt in te dammen, aangezien het de bedoeling is de
vijver in een kunstmatige ophoging aan te leggen.
Op vele plekken in het land is het terugbrengen van het water naar
de stad juist een adagium. Voorbeelden zijn de oude havenbassins in
Maastricht en Breda, het opnieuw aanleggen van de deels gedempte Stadsbuitengracht
in Utrecht, het opschonen en voor toerisme bruikbaar maken van de
Binnendieze in Den Bosch etc.
Zoals de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in een eerder overleg
met de gemeente terecht opmerkte: water past in een deltagebied en
is stedenbouwkundig verantwoord. Daarbij is het een terechte verwijzing
naar de historische structuur van het gebied die altijd een noordelijk
en een zuidelijk eiland in de Roer heeft gekend. Het deels terugbrengen
van de Molenbeek maakt die eilandenstructuur weer zichtbaar.
Wat overal elders niet alleen qua planvorming en financieel mogelijk
is (het herstel van Binnendieze in Den Bosch kostte ƒ 50 miljoen,
de aanleg van een vijver op de plek van de oude Molentak kost in verhouding
daarmee een schijntje), maar ook vanuit stedenbouwkundig en toeristisch
perspectief wordt aanbevolen, kan in Roermond kennelijk niet. Ook
dat is een armzalig gebrek aan creativiteit
Men heeft nu de unieke kans de miskleun uit de vorige eeuw te herstellen
door de oorspronkelijke eilandenstructuur weer zichtbaar te maken,
een eilandenstructuur die eeuwenlang het gebied heeft getekend..
Verbinding tussen stad en water; verkeer.
Men zou nu in de gelegenheid zijn de Lindanussingel, momenteel een
doorgaande verkeersader, aan te pakken. Over een jaar of vijf moet
de A73 er liggen; dan is het plan RoerDelta pas in een begin van uitvoering.
Waarom niet daarop geanticipeerd en gezorgd voor minder doorgaand
verkeer hier? Echter, door de bouw van grote parkeer-garages aan deze
stadskant (Roersingel, Loesbleik en Kazernevoorterrein) wordt juist
extra verkeer aangezogen. Daarbij komt dan nog eens de zeer grootschalige
reconstructie van de Roersingelrotonde, een constructie die in de
Raadsvergadering van 20 juni jl. omschreven werd als een ‘gedrocht’
waarvan de gemeente nog eens grote spijt kan gaan krijgen. En dat
voor het gigantisch bedrag van 17 miljoen gulden!
Daarmee wordt de fout uit de jaren tachtig/negentig met de Maasoever
herhaald: men bepleit uitdrukkelijk een verbinding tussen binnenstad
en de nieuw te ontwikkelen gebieden ten westen daarvan, maar het verkeer
wordt niet op de goeie manier aangepakt zodat van een echte verbinding
in feite geen sprake kan zijn. De hoofdverkeersweg blijft fungeren
als volstrekte barrière, kortzichtiger kan eigenlijk niet.
Cultuurhistorie
Het niet uitvoeren van het enige jaren geleden aangekondigde cultuurhistorisch
en ecologisch onderzoek gaat zich nu wreken voor het voormalige Akcrosterrein.
In plaats van eerst te onderzoeken wat er aan waarden in het gebied
ligt en dan te gaan herinvullen spant men het paard achter de wagen.
Eerst wordt (vrijwel) alles gesloopt en dan wordt een dwingende nieuwe
structuur opgelegd, die geen ruimte meer laat voor andere invullingen
met bijvoorbeeld meer respect voor de historie en beter passend bij
de geformuleerde uitgangspunten.
Wij
opteren dan ook voor het plan-Wauben. Dit betoont (veel) meer respect
voor de bestaande structuur van het gebied, gaat uit van het inpassen
van monumentale restanten, brengt openheid in ten opzichte van de
gesloten, introverte bebouwing die de gemeente voorstaat, is minder
‘stenig’ en garandeert juist meer groen (onder meer door
de toevoeging van een parkje) en biedt, niet in het laatst, veel meer
kansen voor het aangaan van de noodzakelijke verbinding tussen binnenstad
en RoerDelta
Ter
afsluiting bijgaand een aantal illustraties met toelichting van de
grote waarden die er (nog, en ondanks de rigoureuze sloop die er reeds
heeft plaatsgevonden) zijn:
1. de villa’s: zijn als zodanig niet heel
bijzonder maar passen in het gebeid
en zijn als directievilla’s van Haagen
een van de weinige restanten van het
oorspronkelijke complex;
2. dat laatste geldt ook voor het zgn. 1869-gebouw, centraal gelegen
en inmiddels weliswaar een gemeentelijk monument, maar de vraag is
wat er van overblijft bij de gemeentelijke plannen;
3. de boerderij Hawinkels: er is veel over te doen geweest, omdat
deze niet monumentaal zou zijn, compleet heropgebouwd na de oorlog
etc. Strikt genomen klopt dat wel, maar er zijn genoeg redenen om
ze toch te handhaven. Ten eerste is het de oudste verwijzing naar
het verleden van het gebied, er staat reeds eeuwen-lang een boerderij
hier. In het bouwhistorisch rapport inzake de Roersingelrotonde staat
dan ook niet voor niets: “Hoewel nostalgisch verbouwd, vormt
dit pandje het oudst behouden gebleven bouwwerk van het Benedenste
Steel” . Verder is het bijzonder als specimen van wederopbouwarchitectuur
en, niet in het laatst: ook de Rijksdienst voor de Monumentenzorg
vindt het alleszins het behouden waard.
4.
het idyllische laantje met bruggetje
uit 1863 over het Klein Hellegat.
5 . de grote voormalig Akcrosschoorsteen: ook hier is het nodige over
te doen geweest. Stg. Ruimte heeft een voordracht gedaan dit bouwwerk
op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst te krijgen, maar de
gemeente heeft dat onder uiterst magere voorwendselen afgewezen. De
schoorsteen is uniek omdat hij een van de laatste 2 landelijk overgebleven
schoorstenen is uit de typologie van zgn. waterreservoir-pijpen, schoorstenen
met een waterreservoir ter koeling in het midden. Dat reservoir is
er weliswaar al lang niet meer maar de kraag (en daarmee oorspronkelijke
functie) is er nog duidelijk zichtbaar wel. Daarnaast is de pijp een
krachtig stedenbouwkundig signaal en verwijzing naar het industrieel
verleden van het gebied. Ook dat wordt door de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg ondersteund.
Een fraai voorbeeld van iets wat in Roermond kennelijk nog steeds
niet kan:
Een schoorsteen in Almelo, die prachtig stedenbouwkundig is ingepast.
Willem Cartigny
Inmiddels
is opgericht Stichting Roerdelta~Open.
Doel
van de stichting
A.Het behouden
van de bestaande bebouwing, gezien vanuit historisch perspectief op
het Benedenste Steeleiland te Roermond, te weten: twee bedrijfsvilla's,
een schoorsteen, een trafo-huisje, de gevels van het Haagen gebouw
1869, de boerderij met garage-boxen, waarbij onde Benedenste Steeleiland
dient te worden verstaan:
het stadsdeel begrensd door de rivier de Roer, de Ster, de Bisschop
Lindanussingel en de Molenweg;
B. het bevorderen
van de ontwikkeling van master-/bestemmingsplannen voor het Benedenste
Steeleiland die voor de huidige en toekomstige bewoners van dit stadsdeel
en voor de huidige en toekomstige bewoners van de belendende woongebiedenopenheid,
veiligheid en kwaliteit bieden door:
a. de nieuwe bebouwingscontouren aan te passen aan de onder A. genoemde
elementen;
b. een extravert bebouwingskarakter;
c. geen aaneengesloten bebouwing aan de Bisschop Lindanussingel te
weten vanaf de Molenweg tot aan de Ster;
d. een variëteit in bebouwingstypen;
e. een groenstedelijk karakter met een goede balans tussen bebouwing
en groen;
f. een intermediair stadspark dat de interactie met de beeldbepalende
boerderij en de binnenstad aangaat;
g. het versterken van de historische waarde van het gebied door het
terugbrengen van water dat naar de Molenbeek verwijst.
Adres
stichting
Voorzitter: mevrouw
A.Ramakers-Dahmen
Secretaris: de heer K.Smits
Penningmeester : de heer J.Vaessen
Het secretariaat
is gevestigd te Minderbroedersingel 66, 6041 KK te Roermond.
Rekeningnummer: Rabobank 18.41.26.894 t.n.v Stiching Roerdelta~Open
E-mail; Roerdelta~Open@msn.com
Meer
info via de website van Roerdelta~Open......