De Roermondse
Gilden:
Een gilde was een
groep mensen met een soortgelijk beroep die zich verenigden in een,
wat men tegenwoordig, vakbond zou noemen. Aan het hoofd van zo’n
gilde stond een gildemeester. Om toegelaten te worden tot een gilde
moest men in de leer gaan bij een gilde-lid en na een (meestal zeer
lange) leertijd moest men een werkstuk afleveren dat werd beoordeeld
door een groep meesters. Dit ter bescherming van die “vakgroep”.
Men moest lid zijn van een gilde om in een plaats te mogen werken in
dat beroep.
In de middeleeuwen waren er diverse “hoofd-gilden” waaronder
meerdere beroepsgroepen waren verenigd. Moesten er belangrijke beslissingen
worden genomen voor de stad dan werden de gilden (in Roermond meestal
Ambten genoemd) vertegenwoordigd door de zg Tienmannen (2 per gilde)
die hun gilde moesten vertegenwoordigen. Als men lid was van een gilde
profiteerde men natuurlijk van de beschermende werking daarvan, die
verder ging dan de handelsbescherming. Als men ziek werd hielp men elkaar
en zelfs bij overlijden zorgde het gilde dat er voor de weduwe en kinderen
gezorgd werd. Gefeest werd er natuurlijk ook: als er een nieuw lid werd
opgenomen moest die voor het drankgelag zorgen, en ieder jaar op de
feestdag van de patroonheilige van dat gilde werd er, natuurlijk na
een gezamenlijke kerkdienst, de verdere dag gevierd.
Bij grote processies door de stad liepen de gilden, op volgorde van
belangrijkheid, natuurlijk ook mee.
Die volgorde veranderde in de loop der tijd: de ene tijd was het ene
gilde het belangrijkste, later bleek er weer een andere volgorde te
zijn. Het voert te ver dit allemaal uit te werken, vandaar dat ik het
tot drie momenten heb terug gebracht: De middeleeuwen, de 17e eeuw en
de 18e eeuw. De Middeleeuwen omdat het toen honderden jaren ongewijzigd
was gebleven, 1697 omdat er toen duidelijk wijzigingen hadden plaatsgevonden
en veel beroepsgroepen zich uit de grotere gilden hadden “losgemaakt”
en 1790 omdat dát het moment was dat de laatste lijst werd opgemaakt
en er, na de komst van de Fransen (1793), een einde kwam aan de gilden
in Roermond.
Bij de middeleeuwse lijsten kon ik nog niet vinden welke patroonheiligen
ze voerden maar die zullen er allicht wel geweest zijn. Bij de volgende
heb ik ze wel vermeld inclusief de datum waarop die heilige werd herdacht
(en er gefeest werd).
Middeleeuwse Gilden/Ambten te Roermond:
1. Het Gewandmekers-ambt:
Gewandmekers
Droogscheerders
Muyrers (Metselaars)
Leijdekkers
Goldsmeden
Glaesmaekers
Schilders of melers (incl Kunstschilders)
Wapensteeckers
Bildtsnijders
Goudborduurders
2.Het Smeden-ambt:
Smeden
Cooldragers
Snijders of Schroders
Boirwerckers (pompenmakers)
3.Het Brouwers-Ambt:
Brouwers
Timmerlieden
Cuijpen-binders
Raemakers
Schrijnwerkers
Pelsers
Looiers
Witmekers
Hoedenmekers
4.Het Schomekers-ambt:
Schomekers (schoenmakers)
Beckers (Bakkers)
Wevers
Wenmeckers
Korvers (mandenmakers)
5.Het Schippers-ambt:
Schippers
Cremers ( kooplieden)
Ververs.
1697:
Huurvaarders en Schippers: Sint Nicolaas 6 dec
Gewandmakers: Sint Severius 11 jan
Brouwers: Sint Remaldus 1 juli
Schoenmakers: Crispianus en Crispinus 25 okt
Smeden: St.Eloy (=Sint Eligius) 1 dec
Cremers en Koopmansgilde: Sint Stephanus 26 dec. Later: Johan Nepomucenus
16 mei.
Schrijnwerkers: Kruisverheffing 14 sep
Timmerlieden: Sint Joseph 19mrt
Bakkers: Sint Lucas 18 okt
Kleermakers: Sint Anna 26 juli en Sint Joris 12 mrt
Metselaars: Sint Barbara 4 dec
Leijdekkers: Sint Barbara 4 dec
Steenhouwers Sint Lucas 18 okt
Wevers: Sint Jacob 25 juli
Kooldragers: Sint Antonius 17 jan
Niet genoemd:
Vleeshouwers/Slagers: Sint Antonius 17 jan
Vissers: Sint Jacob 25 jul
1790:
Huurvaarders en Schippers: Sint Nicolaas 6 dec
Kooldragers: Sint Antonius 17 jan
Gewandmakers: Sint Severius 11 jan
Brouwers: Sint Remaldus 1 juli
Schoenmakers: Crispianus en Crispinus 25 okt
Smeden (incl goud- en zilversmeden): St.Eloy (=Sint Eligius) 1 dec
Cremers en Koopmansgilde: Johan Nepomucenus 16 mei.
Constenaers: Sint Lucas 18 okt ?
Timmerlieden: Sint Joseph 19mrt
Steenhouwers Sint Lucas 18 okt
Schrijnwerkers: Kruisverheffing 14 sep
Corvers (Mandenmakers) Sint Antonius 17 jan
Kleermakers: Sint Anna 26 juli
Pelsers: Bartholomeus 24 aug ?
Bakkers: Sint Lucas 18 okt
Niet genoemd:
Handboogschutters: Sint Catharina 25 nov
Linnen-wevers: Sint Catharina 25 nov
Schilders: Sint Lucas 18 okt
Vleeshouwers/Slagers: Sint Antonius 17 jan
Vissers: Sint Jacob 25 jul
Wevers: Sint Jacob 25 juli
Ook het “ambtenaren-apparaat”
bleek zich verenigd te hebben:
Raadsheren en advocaten: Sint Ivo 19 mei
Schepenen en senatoren: Sint Petrus stoel 22 febr
Zoals u ziet staan
er nog een paar vragen open omdat het niet geheel duidelijk is welke
heilige dat gilde als patroon had gekozen. Het is gebleken dat het niet
altijd de meest voor de hand liggende keuze was. Een voorbeeld is het
bakkersgilde. De meest voor de hand liggende zou Sint Jodocus (Joost)
of Sint Nicolaas geweest zijn (voor de broodbakkers) of Sint Antonius
(voor de suikerbakkers), maar in Roermond kozen de gezamenlijke bakkers
Sint Lucas als patroon.