Het Oude
Kerkhof te Roermond
De officiële
benaming van deze rustplek voor de doden luidt “Begraafplaats
Nabij de Kapel in ‘t Zand”. In het Roermonds dialect spreekt
men over “den aje kirkhaof”. De begraafplaats, nagenoeg
de oudste gemeentelijke dodenakker in Nederland, is in gebruik genomen
in mei 1785.
De geschiedenis ervan hangt nauw samen met de staatkundige positie van
Roermond. In die periode
behoorde Roermond namelijk tot dat deel van de Zuidelijke Nederlanden
dat onder Oostenrijks gezag van Keizer Jozef II stond. In die periode
was voor Roermond dus de Oostenrijks-Habsburgse wetgeving van kracht.
Op 26 juni 1784 verscheen het “Edict van den Keyser aengaende
de begraeffennissen”:
“Het begraeven in eene Kerk, Kapelle, Bidplaets of ander bedekt
Gebouw”, werd verboden.
Artikel IV stelde heel duidelijk:
“Daer zullen buyten den omtrek der Steden en buyten de Vlecken
ofte Borgten, Kerkhoven worden opgerecht in de welcke alleen het zal
georloft wesen te begraeven”.
Dit betekende dus een verbod om nog in of om kerkgebouwen en kapellen
te begraven. Zelfs binnen de stadsmuren was vanaf dat moment begraven
van doden niet meer geoorloofd. Een forse boetebepaling maande de gemeente
Roermond om aan dit Edict snel uitvoering te geven.
Al in mei 1785 kon, ver buiten de toenmalige stadswallen, rondom een
reeds daar bestaande kleine joodse begraafplaats, de gemeentelijke begraafplaats
in gebruik worden genomen.
. Unieke
begraafplaats
Is
de begraafplaats al uitzonderlijk vanwege haar ouderdom, zij is dat
nog veel meer vanwege haar uiterlijk. Vrijwel nergens in Nederland is
de scheiding tussen het katholieke gedeelte, het protestantse gedeelte
en de twee joodse gedeelten zo nadrukkelijk zichtbaar als op de Roermondse
“aje kirkhaof”.
Hoge muren scheiden de graven van de verschillende kerkgenootschappen.
Tevens bevindt zich op de begraafplaats nog een zogenaamd “verlaore
kirkhaof”, een stukje ongewijde aarde waar tot ver in de vorige
eeuw mensen begraven werden die tot geen religieuze gezindte behoorden
of volgens de kerkelijke regels niet in gewijde aarde begraven mochten
worden.
Op het katholieke deel van de begraafplaats is de lang gangbaar gebleven
indeling in klassen herkenbaar. Het klassenstelsel liet het verschil
tussen draagkrachtige en minder draagkrachtige Roermondenaren, zelfs
in de cultus rond de dood, duidelijk tot uitdrukking komen.
De
eerste klasse was gereserveerd voor “eeuwigdurende” graven.
De rijkste Roermondenaren lieten zich hier begraven in graven met monumentale
opbouw en in imposante grafkelders. De vierde klasse was bestemd voor
het gratis begraven van de armste stadsbewoners.
De indeling in klassen vormde als zodanig een duidelijke weerspiegeling
van de Roermondse samenleving sinds de 19e eeuw. Vermoedelijk is deze
klassenindeling tot stand gekomen bij de uitbreiding van de begraafplaats
in 1857 toen de rustplaats voor de doden door dr. Pierre Cuypers naar
“Luiks model” heringericht werd, zie kaartje. De kenmerkende
vorm en symmetrie in de aanleg van de rechtlijnige paden kreeg in 1887
een extra accentuering door de bouw van de bisschoppelijke grafkapel
op het meest centrale punt van de begraafplaats. Op het eerste klassengedeelte
treft men een vijftigtal grafkelders aan, een relatief groot aantal
gezien de bescheiden omvang van de begraafplaats.
De hoge ouderdom, de speciale indeling voor de diverse gezindten en
de klassenindeling zijn niet de enige elementen die “d’n
aje kirkhaof” bijzonder doen zijn. Opmerkelijk is verder dat de
begraafplaats nationale faam heeft als “schatkamer” van
monumentale (neogotische) grafkunst. Niet onvermeld moge blijven het
grote aantal mooie gietijzeren kruisen die met hun typische grafsymboliek
veel tweede en derde klasse graven sieren, en de vele hekwerken in smeed-
of gietijzer, die veel eerste klasse graven verfraaien. De aanwezigheid
van het vele smeedijzerwerk op de begraafplaats vindt zijn verklaring
hierin dat, de kunstateliers van de Firma Cuypers en Stoltzenberg in
het 19e eeuwse Roermond een bloeiende tak van smeedkunst hadden doen
ontstaan. De begraafplaats Nabij de Kapel in ‘t Zand is ook nog
bijzonder vanwege de zeldzame, karakteristieke en monumentale bomen.
. Markante
graven
Wereldvermaard is “het graf met de handjes”. In feite gaat
het om twee grafmonumenten, waarbij op een zeer creatieve manier de
wederzijdse liefde tussen een rooms-katholieke vrouw en een protestantse
man na de dood tot uitdrukking is gebracht. Over de scheidingsmuur tussen
het katholieke en protestantse deel van
de begraafplaats heen reiken de rooms-katholieke Jonkvrouw J.C.P.H.
van Aefferden en de protestantse Kolonel der Cavalerie, J.W.C. van Gorkum
elkaar symbolisch de hand.
Een ander graf van allure, bekroond met een indrukwekkend neogotisch
monument, is de rustplaats van dr. P.J.H. Cuypers, bouwmeester van o.a.
het Rijksmuseum en het Centraal Station te Amsterdam.
Het is natuurlijk ondoenlijk om in dit kort bestek te attenderen op
de vele andere interessante en fraaie graven. Ongetwijfeld zult U op
uw rondgang over de begraafplaats veel van deze “parels”
zelf ontdekken zoals de monumentale grafkapellen. Het grootste monument
treft U vrijwel in het midden van de hoofdallee aan, de reeds eerder
vermelde bisschoppelijke grafkapel, in de volksmond “de Bisschopskapel”
genoemd. In de crypte liggen alle bisschoppen begraven die sinds het
herstel van de kerkelijke hiërarchie in Nederland (1853) het bisdom
Roermond bestuurd hebben, met uitzondering van Mgr. Moors.
. Behoud
monumentale begraafplaats
Na het verdringen van de dood in de jaren zeventig is het besef, dat
de dood onmiskenbaar bij het leven hoort, gegroeid. Steeds meer publikaties,
radio- en televisieprogramma’s- en beurzen worden aan dit onderwerp
gewijd. Begraafplaatsen en kerkhoven als uitingen van onze dodencultuur
“profiteren” als het ware mee van deze herwaardering. Verscheidene
historische begraafplaatsen in Nederland zijn de laatste jaren opgeknapt,
niet zelden gebeurde dat door een speciaal daarvoor in het leven geroepen
stichting.
Ook in Roermond realiseerde men zich dat een begraafplaats als “d’n
aje kirkhaof” een bijzonder rijk cultuurgoed is. Een archief van
steen en gietijzer, waarin belangwekkende kenmerken van een grafcultuur
zijn opgeslagen die reeds lang tot het verleden behoren te samen met
genealogische en heraldische gegevens.
. Stichting
Oude Kerkhof
Daarom werd in 1996 de Stichting Oude Kerkhof opgericht. Onze stichting
stelt zich ten doel de begraafplaats niet alleen als geheel, maar ook
in afzonderlijke grafmonumenten voor het nageslacht te behouden. Zo
behoren het geven van lezingen, rondleidingen en het begeleiden van
restauratie- werkzaamheden tot de doelstellingen van de stichting. In
2006 bracht zij over de bereikte resultaten een boek uit, getiteld “Den
Aje Kirkhaof”, ISBN-10: 90-811279-1-8.
In oktober 2001 besloot de Staatssecretaris van OCW de gehele begraafplaats
Nabij de Kapel in ’t Zand en tien afzonderlijke objecten als beschermd
monument aan te wijzen.