|     
        
        
      Column 
      Januari 
        2009  
      oktober2008 
      november 
        2008  
       
         
       | 
      
        
      Oktober 2008 
      Roermond kent diverse 
        tijdschriften die zich bezighouden met ruimtelijke ordening, monumentenzorg 
        e.d. 
        Antagonisten daarbij zijn enerzijds het blad ‘Ruimtelijk’ 
        (uitgave van de Stichting Ruimte), en anderzijds ‘City Life’. 
        Door wie dit laatste blaadje wordt uitgegeven is niet helemaal duidelijk; 
        uitgeversmaatschappij Commed, maar wie zich daar werkelijk achter verschuilen 
        wordt duidelijk uit de inhoud van het blad: het is namelijk een advertentieblaadje 
        van projectontwikkelaars en makelaars in Roermond e.o. 
         
         Er 
        is een groot verschil tussen beide bladen, het ene is bedoeld voor enige 
        honderden monumentenenthousiasten, het andere heeft een veelvoud van die 
        oplage (je kunt wel zien waar het geld zit), maar kent ook een veelvoud 
        van onzin in zijn kolommen. En liefst in het meest snorkende en hoogdravend 
        proza, met van die standaardtermen als architectonisch juweeltje, unieke 
        locatie, nieuwe blikvanger, stedelijke allure, uniek concept, wonen op 
        niveau, etc. 
        Ook taalkundig is het blaadje de lagere schoolbanken niet ontgroeid (met 
        op de site bijvoorbeeld een kop als: ‘Reo ontwikkeld de zuidelijke 
        stadsrand’, of met van die tautologieën als ‘architectonisch 
        vormgegeven’). Maar dat is nog tot daaraan toe. Wat erger is, is 
        de pretentie van aandacht voor cultuurhistorie, die in feite een schaamlap 
        is voor veelal de meest goedkope en platvloerse nieuwbouw en de aantasting 
        van monumenten die veel van die nieuwbouwprojecten inhouden. Neem nu dat 
        recente nummer van juni. 
        Daarin komt zo’n onbenul voor, of om zijn eigen contradictio in 
        terminis te gebruiken: een ‘ondeskundige klojo’ (dat was de 
        titel die hij de mensen van Ruimte in de krant toebedacht toen hij begin 
        deze eeuw de historische stadsmuur op zijn achtererf vernielde en Ruimte 
        daartegen protesteerde). Hij adverteert voor appartementen in de Swalmerstraat 
        (Swalmer Staete, ook zo’n originele naam). Dat voormalige Groot 
        Seminarie is volgens hem gebouwd in Amsterdamse Schoolstijl. De werkelijke 
        stijl van dit complex echter is verwant aan de conservatieve Um-1880 stijl 
        die volledig contrair is aan de AS-stijl. Daar heeft dit makelaars-intellect 
        vast nooit van gehoord, maar wat geeft dat, je roept maar wat duurs, daar 
        leest de goegemeente toch wel overheen. Ondertussen ligt dat Gat van hem 
        in de stadsmuur er, met dank aan wethouder Van Rey, nog steeds. 
      Er is wel eens eerder 
        geschreven over de onzin die projectontwikkelaars uitkramen bij de verkooppraatjes 
        voor hun projecten, maar dit soort ontwikkelaars en makelaars hebben dan 
        ook niks met de historie, laat staan de cultuurhistorie van hun stad; 
        hun primaire interesse is geld verdienen en liefst zo veel en zo vlug 
        en makkelijk mogelijk, onder het motto: geen gezeik, wij ontwikkelaars 
        rijk (c.q. nog rijker). 
        Dat dat vooral ten koste gaat van de (cultuur)historie en het erfgoed 
        van de eens zo rijke stad op dat gebied zal hun worst wezen, geld verdienen 
        is het doel, geen cultuur instandhouden. Hoe zouden ze ook kunnen, daarvoor 
        heb je toch minstens enige opleiding nodig, en we zagen net al… 
        … 
        Enfin, we vallen in herhaling. 
        
      CO 
       
       
       |