DE MAERELINGK:
Archief
Het stadsdraaiorgel van Roermond, De Maerelingk, verdwijnt begin jaren
zeventig ineens uit het straatbeeld. Even plotseling duikt het zo'n
dertig jaar later weer op. Een inwoonster van de bisschopsstad -ziet
het op televisie; in de woonkamer De Kermisklanten.
De omzwervingen
van een draaiorgel
Door: Peter te Lintel Hekkert
ROERMOND -
Het is 8 september 1956. De stad Roermond krijgt zijn eigen draaiorgel:
De Maerelingk. Het sierlijke instrument rijdt zeker vijftien jaar door
de straten van de bisschopsstad. Maar verdwijnt dan ineens spoorloos.
Dik dertig jaar later. Het is zondagavond, ergens in februari. De 76-jarige
An Frencken-Oost uit Roermond gaat eens lekker zitten voor een van haar
favoriete televisieprogramma's: De Stoel met Rik Felderhof. De interviewer
is te gast bij het bekende accordeonduo De Kermisklanten in Soestdijk.
Dan schiet de bejaarde
vrouw omhoog. Ziet ze het nou goed? Ja, het is hem echt: De Maerelingk.
"Meneer Felderhof loopt door de villa van die mensen en ineens
zie ik daar dat orgel staan, gewoon middenin de woonkamer', vertelt
ze. "Hoe is dat daar terechtgekomen? Ik neem aan dat ze het orgel
niet gestolen hebben.'
De gedachten van
de Roermondse schieten terug in de tijd: "De stad kreeg het orgel
cadeau van een of ander comité.' Er werd een prijsvraag uitgeschreven
om een naam te bedenken voor het orgel. Dat werd dus Maerelingk (merel).
Volgens Frencken heeft Roermond slechts korte tijd plezier gehad van
het draaiorgel. "Ineens was hij weg. Niemand heeft hem ooit nog
gezien. En dan staat hij nu bij die Kermisklanten. Toch een merkwaardige
reis.'
Een hele merkwaardige
reis. Voor het Soestdijkse artiestenduo - eens beroemd in heel Europa,
tegenwoordig buren van prins Bernard en prinses Juliana - is het eveneens
een raadsel waar het orgel heeft uitgehangen voordat het in de woonkamer
is beland. "Het staat hier al zeker 25 jaar. Wij hebben het ding
gekocht van een man in Austerlitz bij Amersfoort', zegt Coby van Voskuijlen.
"In heel slechte
staat, het kon niet meer spelen en moest helemaal worden gerestaureerd.
De pijpen zijn vervangen, het parelmoer opgeknapt.' Maar toen deze monsterklus
er eenmaal op zat, hebben De Kermisklanten het orgel veel gebruikt.
Het instrument is zelfs een beetje beroemd.
"Ja, er zijn
plaatopnamen mee gemaakt', verklapt Van Voskuijlen, "van onze liedjes
zijn ook orgelboeken gekapt. Die spelen we nog wel eens.' Het toppunt
van de roem bereikte De Maerelingk met een - anoniem - optreden in de
Olie B. Bommel-tekenfilm 'Als je begrijpt wat ik bedoel' (wie hem weer
ziet, moet maar eens goed luisteren tijdens de circusscène waarin
het draakje ontsnapt).
Een erg bijzonder
draaiorgel is het trouwens niet, meent Jan van Dinteren uit Geleen,
veertig jaar bestuurslid van de Kring van Draaiorgelvrienden. Hij kan
zich De Maerelingk nog goed voor de geest halen. Volgens hem een zogeheten
kermisorgel, gemaakt rond 1920 door de Parijse gebroeders Limonaire.
"Met 52 toetsen, een Bourdonregister en afgedekte pijpen', verhaalt
hij uitvoerig. "Maar speciaal? Neuhh, er zijn er veel meer gemaakt
van dit type.'
Voor de 74-jarige
Sjeng Nas uit Roermond is De Maerelingk echter heel waardevol. Hij stond
zo'n dertig jaar geleden te watertanden, toen het ding bij zijn werkgever,
de gemeentereiniging, in een loods terechtkwam. Afgeragd en afgedankt
na jarenlange trouwe dienst. "Hij deed het nauwelijks meer en heeft
uiteindelijk twee jaar stilgestaan', weet de bejaarde.
Nas was meteen
verliefd. "Ik wilde hem wel kopen en opknappen.' Zijn baas dacht
daar helaas anders over. "Die moest geen schooiers in dienst hebben.
Bang dat ik ermee rond ging lopen om geld te verdienen.'
Stiekem stak Nas
toch vele uren in het orgel. "Tussen de middag snel mijn boterhammetje
opeten en dan in die loods aan de gang', glimlacht hij. "Het zijn
zulke mooie dingen hè. Je doet even een draadje zus, een pinnetje
zo en dan begint het te piepen en dan..oh, zo mooi.'
Het deed hem pijn
toen de baas ineens bepaalde dat het orgel weg moest. "Zo jammer.
Ik had tranen in mijn ogen.' Hij zag De Maerelingk nooit meer terug.
Jaren later, op
zijn flatje in verzorgingshuis Roncalli, bracht hij het ultieme eerbetoon:
hij maakte het orgel na in het klein. Maar, ook daar was niet iedereen
even blij mee. "Van de directie mocht ik ermee spelen, maar andere
bewoners klaagden over geluidsoverlast. Ik heb hem weggegeven.'
-De Roermondenaar
is dolblij dat de echte Maerelingk weer is opgedoken. En zo goed als
nieuw nog wel. Welke omzwervingen het orgel exact heeft gemaakt, weet
ook hij niet. Het doet er niet meer toe. "Hij is nu gelukkig in
goede handen.'
Uit: De Limburger
vrijdag 22 februari 2002