Kleipijpen en Zouaven.
Een bijdrage
van Jos Engelen
Weliswaar
geen bedevaartpijpen, gekoppeld aan een bedevaartsoord, maar toch pijpen
met een sterk religieuze inslag, zijn de zogenaamde Zouavenpijpen. De
Zouaven spraken sterk tot de verbeelding van de westerse wereld, doordat
zij vanuit alle landen op vrijwillige basis boordevol religieus idealisme
hun leven en krijgskunst in dienst stelden van een hoger ideaal: de
Paus helpen om zijn kerkelijke staat te verdedigen tegen het oprukkend
volksbewustzijn van een eenheidsstaat Italië, waar ook Rome en
de kerkelijke Staat deel van moesten uitmaken.
Zouavenvorm
T.B.
Laten
wij even teruggaan in de geschiedenis: het verdrag van Wenen in 1815
had de Oostenrijkse Habsburgers gerestaureerd in N.Italië en de
onbekwame Bourbons in Napels en Sicilië. Maar de Italiaanse nationale
beweging (Risorgimento) won in de daarop volgende decennia in kracht
en leiderschap en Victor Emanuel II (1820-1878), koning van Sardinië sinds 1849 steunde dit streven middels zijn constitutionele monarchistische
minister Cavour van harte
Kerkelijke
Staat 1860
Kleipijpen van Pius IX, Garibaldi en Napoleon III
Onder de republikeinse
vrijheidsheld Garibaldi (1807-1882) werden vanaf 1848 de krachten verenigd,
werden met hulp van Napoleon III (1808-1873) van Frankrijk de Oostenrijkers
in 1859 verslagen en in 1860 werd Victor Emanuel II Koning van een verenigd
Italië, afgerond in 1870 door de verovering van Rome.
De hoofdrolspelers:
v.l.n.r. Victor Emanel II; Cavour; Garibaldi; Napoleon III
Paus
Pius IX, paus sedert 1846 tot 1878, stond uiteraard vijandig tegenover
het streven naar deze eenheid. Na een bevolkingsopstand in Rome moest
hij de vlucht nemen naar Gaëta en in 1860 werd het grootste gedeelte
van de kerkelijke Staat geannexeerd door de nationalen. Paus Pius IX
behield nog slechts Rome over met omgeving het zg. Patrimonium Petri.
Pius IX deed middels
de oproep “Nellis certe verbis” een beroep op de katholieke
jongeren uit de gehele wereld om hem te komen helpen bij de verdediging
van de kerkelijke Staat, een oproep die 11.000 vrijwilligers deed besluiten
hieraan gevolg te geven. Aanvankelijk waren het alleen Belgische en
Franse vrijwilligers, die dienst namen in het pauselijke leger. Het
bataljon onder leiding van generaal Christophe de Lamoricière
werd aanvankelijk tot 1861 genoemd: “tirailleurs franco-belges”
Toen ook andere nationaliteiten toestroomden waaronder Nederland, dat
in tien jaar 3181 deelnemers leverde en verreweg het grootste contingent
vormde, werd op 1 januari 1861 het Regiment der pauselijke Zouaven officiëel
gevormd door Graaf de Becdelièvre, die nog in datzelfde jaar
werd opgevolgd door Kolonel “Pappa” Allet en eind 1861 door
Baron Athanase de Charette. De vaandels werden in 1862 door Paus Pius
IX gezegend.
In
1867 bestond het Regiment Zouaven uit 14 compagnieën van elk 160
manschappen. In 1868 bestond het Pauselijke leger uit 25.000 man met
4 bataljons Zouaven, totaal 4352 manschappen en 103 officieren onder
leiding van Generaal Kanzler.
Paus in viering Mentana 1867
3
zouavenpijpen van Gambier
Zouaven
In de tijd dat de Fransen Algerije veroverden (1830-1847) onderwierpen
zij in de provincie Constantine een inheemse stam, de Kabylen genaamd,
bestaande uit zeer dappere soldaten. De stam werd ook wel Zouawa genoemd
en vormde vanaf 1831 een elite-eenheid van het Franse leger met de naam
Zouaven.
Zouavenregiment
Toen nu in 1861
het pauselijke Zouavenregiment werd gevormd, bestond de kern grotendeels
uit Fransen, die ook in N.Afrika hadden gevochten en zij namen hun naam
mee naar het nieuw te vormen regiment in pauselijke dienst. Het uniform,
dat in Afrika gedragen werd, werd overgenomen en zodoende zien wij ook
de pauselijke Zouaven optreden in Turkse uniformen met een bewapening
van sabels, achterladers met bajonetten en een enkel kanon.
De bezigheden van de Zouaven waren velerlei: het verzorgen van de zieken
en begrafenis van de doden zoals bij de cholera epidemie in Albano in
1867. Het verdedigen van de pauselijke bezittingen, het zuiveren van
de kerkelijke Staat van talrijke roversbendes. Talrijken lieten het
leven bij een van de schermutselingen zoals de bekende Pieter de Jong
uit Lutjebroek in 1867 in Monte Libretti.
Zouavenkleding
Het grootste wapenfeit van het regiment was echter de slag bij Mentana
op 4 november 1867, toen de garibaldisten een grote nederlaag leden
en Garibaldi zelfs gevangen werd genomen. Napoleon zond toen weliswaar
zijn troepen te hulp bij de poging van Garibaldi om Rome in te nemen,
maar de Zouavenbataljons speelden in deze slag een absolute hoofdrol.
Slag bij Mentana
Toen Napoleon in 1870 echter zijn troepen terugtrok uit Rome t.g.v.
de Frans Duitse oorlog was het snel gedaan met de weerstand. Paus Pius
IX gaf de stad na één salvo over! Een overmacht van 50.000
man en 200 zware kanonnen tegen 8.000 Zouaven en enkele oude stukken
geschut was teveel van het goede. Op 21 september 1970 hield het Zouavenregiment
op te bestaan en werden de manschappen door de volgelingen van Victor
Emanuël II naar hun eigen land gedeporteerd. In 1871 accepteerde
Pius IX de Garantiewet niet en ging in ballingschap in het Vaticaan.
Nevenstaande
gepolychromeerde zouavenpijp komt uit een naslag van Trumm-Bergmans
uit Weert en werd gefabriceerd in de periode 1865-1890. Deze pijpjes
werden in heel Limburg grif verkocht en ook in Roermond kennen wij uit
de orderboeken diverse afnemers, die deze verkochten à raison
van 2 cent ongekleurd.
Meer dan 3000 jonge
mannen uit Nederland gaven gehoor aan de oproep van de Paus, waarvan
Limburg er meer dan 300 leverde.
Ook Roermond kende een zestal vrijwilligers, geboortig in Roermond,
waarvan de namen ons zijn overgeleverd: Haen, Johannes Hubertus, Jansen
Alex. Sib. Gerard, Janssens Martin, Küppers Johannes Jacobus, Venne
Jozef van de, Weijenberghe Mattheus van de. Bij de “Roermondse”
Zouaven behoort ook nog André Nuyens, die weliswaar geboren is
in Grootebroek, maar nadien in Roermond in 1892 het gedenkboek der Pauselijke
Zouaven heeft uitgegeven, 25 jaar na Mentana.
Küppers (president)
richtte in 1891-1892 met André Nuyens (secr) en Louis van Meijel
(penningmeester) te Roermond de Algemene Bond van Limburgse Oud-Zouaven
“Bene Merenti” op. Op het oude kerkhof van de Kapel in ’t
Zand te Roermond staat nog zijn grafmonument, waarop hij levensgroot
is afgebeeld in zouavenuniform.
Als president der Limburgse afdeling van de Nederlandse Zouavenbond
maakte hij in 1902 deel uit van een deputatie van 12 oud-zouaven, die
naar Rome trokken om aan Paus Leo XIII trouw en liefde te betuigen.
Op deze reis bezocht hij ook de plaatsen, die eens getuigen waren geweest
van de moed en de dapperheid der zouaven.
De
drie pauselijke decoraties, het Kruis van advocaat van St. Pierre, het
Kruis van Mentana en de medaille “Bene merenti” van Leo
XII draagt Küppers trots bij een bezoek in 1902 aan de Paus.
Op de foto
de Deputatie van de Ned. Zoeaven in Rome 1902:
Onderste rij: 1e links: Linskens uit Venlo; midden onder: Küppers
Roermond en 2e rechtsonder Lindemans Sittard.
Beschrijving:
Bene Merenti:
Een
Grieks kruis, met een medaillon in het midden. Er bestaan twee modellen:
zilver voor officieren en nieuwzilver voor soldaten. Beeldzijde: op
elke arm van het kruis het opeenvolgende opschrift “PIUS”,
“P.P.”, “1867”. in het medaillon rondom het
Pauselijk wapen (gekruiste sleutels en tiara): “FIDEI ET VIRTUTI”.
Keerzijde: in het medaillon een kruis op een kroon va olijfbladeren
en het opschrift “HINC VICTORIA”. Lint: witte zijde met
twee verticale hemelsblauwe banen. Twee gespen volgens de veldtochten:
MENTANA, ROMA
Bronnen:
* Archief C. van
der Voort, Delft 1987
*
Catalogus Pipe Club de Liège “Le Perron » 1988
* Catalogus Pipes
Gambier, 1868
* Devotionalia,
nrs. 55-66, 1991-1992
* De vuist van
de Paus, Wim Zaal, 1980
* Foto-archief
R. van Doorn Sittard 2003.
* Geschiedenis
der pauselijke Zouaven, W. van Overveld, Oudenbosch 1967
*
Het Limburgse contingent zoeaven in de strijd om het behoud van de Kerkelijke
Staat, Ingrid M.H.Evers, Het Limburgs Tijdschrift voor Genealogie 33-2005,
* Informatiefolders
Ned. Zouavenmuseum, Oudenbosch
* Les Pipes en
terre de Gambier. Tome 1, Fr. van Parijs, 1990
* Les Pipes en
terre francaises, Jean Leo, 1971
*
Pfeifen und Pfeifenraucher, Ramazzotti/Mamy, Genève 1982
* Pijpelogische
Kring Nederland, nrs. 38-55, 1987-1990
* Repertorium der
moderne Geschiedenis, Elsevier, Amsterdam 1960
* Uit het epos
der 3000 Nederlandse Zouaven, Br. Christofoor, 1947
* Voor Paus en
Koning, P. van Essen, Stichting Nederlandse Zouavenmuseum, 1998.