De Kaart

 

 

JOODSE SYNAGOGE ROERMOND.


Roermond behoort tot de eerste plaatsen in Nederland waar gewag wordt gemaakt van joodse inwoners. Tussen 1275 en 1443 moeten er blijkens archiefstukken ononderbroken joden in de plaats gewoond hebben. Honderd jaar later wonen er weer twee joodse gezinnen in Roermond, die op last van het hof van Gelre verwijderd moeten worden. Het stadsbestuur weigert dit; de afloop van de affaire is niet bekend. Zowel in 1556 als in 1570 herhalen de autoriteiten hun eis dat alle joden Gelderland moeten verlaten.
Pas aan het begin van de 19de eeuw kwamen er weer joden naar Roermond. In 1821 werd de joodse gemeenschap volgens de indeling van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap bij de bijkerk Sittard gerekend. In 1828 werd Roermond een zelfstandige bijkerk en in 1850 een Ringsynagoge.

Van 1822 af werden er synagogediensten gehouden in een gehuurde kamer van een privé-huis. De joodse gemeente groeide zo snel dat in 1850 een huis met een stuk grond aangekocht kon worden voor de bouw van een synagoge. Deze kwam te liggen aan de Hamstraat en werd in 1853 ingewijd. Het huis werd ingericht als kosterswoning en als schoolgebouw.
Tussen 1828 en 1860 maakte de joodse gemeenschap van Roermond gebruik van de begraafplaats aan de Weertenweg in het dorp Linne, waar in die periode enkele joodse gezinnen woonden. Daarna werd aan de Kappellerlaan in Roermond een nieuwe begraafplaats ingericht, als onderdeel van de Algemene Begraafplaats Kitskendal.

Naast een kerkbestuur en een kerkenraad waren er in Roermond verscheidene genootschappen actief, die zich ondermeer bezighielden met: hulp aan joodse reizigers, verzorging van begrafenissen, ondersteuning van kraamvrouwen en behoeftige vrouwen en torastudie. Ook was er in de plaats een joodse school.

Vanaf het laatste kwartaal van de 19de eeuw nam de joodse gemeente van Roermond in omvang af.
Het grote aantal vluchtelingen uit Duitsland, dat zich in de dertiger jaren in Roermond vestigde,
zorgde voor een tijdelijke opleving van de joodse gemeenschap.
Toen tijdens de Duitse bezetting in 1941 bij de aanvang van het nieuwe schooljaar de joodse kinderen van het openbare onderwijs uitgesloten werden, werden in Roermond aparte joodse scholen opgezet. Deze situatie heeft tot de voltooiing van de deportaties in april 1943 bestaan. Het grootste deel van de joodse bevolking van Roermond is tussen augustus 1942 en april 1943 gedeporteerd en omgebracht in de kampen in Polen. In dorpen in de omgeving bevond zich een groot aantal joodse onderduikers.
De synagoge werd vanaf 1942 gebruikt als paardenstal en is vlak voor het einde van de oorlog bij een bomaanslag verwoest. Na de bevrijding is de joodse gemeente heropgericht; op de plaats van de oude synagoge in de Hamstraat, achter de school, is een nieuw gebouw neergezet. Vanwege het geringe ledental is de gemeente in 1986 met de gemeenten Heerlen, Maastricht en Venlo gefuseerd tot de NIHS Limburg. Het synagogegebouw wordt sindsdien niet meer gebruikt. De gevelsteen in het voormalige schoolgebouw met de davidster en de tafelen der wet houdt de herinnering aan de verdwenen joodse gemeenschap van Roermond levend.
De begraafplaats wordt tegenwoordig onderhouden door de plaatselijke autoriteiten.
Aantal joden in Roermond en omgeving:

1840 132
1869 139
1899 113
1930 55
1951 19
1971 16


Uit:
Agt, J.J.F.W. van
De synagoge van Maastricht en de synagogen elders in Limburg
Bron : Scolae Judeorum, jrg. (1967), nr. 36, p. 25-44
http://www.jhm.nl/col-inf/mediene/asp/Mediene.asp?PlaatsNaam=Roermond

Aanvullende informatie:
Joodse geschiedenis in Roermond in steen.
(een bewerking van een eerder art. in "Ruimtelijk" maart 1999)