Hoofdpagina

 

Parfumeriefabriek Mallmann in de voormalige “Wiks”fabriek
R.Lamboo-Louwarts

Op 17 oktober 1892 schrijft Willem Mallmann aan de gemeenteraad van Roermond:

Geeft met gepaste eerbied te kennen:
Willem Mallmann van beroep fabrikant woonachtig
te Roermond Kapellerlaan J. 31.
Dat hij het zeer wenschelijk acht binnen deze gemeente
in het Roermondsche-veld eene Chemische parfumerie
fabriek op te richten in het oud schoensmeerfabriek
van Gabriëls-Geelen thans onbewoond zooals bij zijn plan. Etc.
Dat in bovengenoemde fabriek chemische parfumerie
uit de hand zonder machine vervaardig worden
welke nog reuk nog schadelijk voor de gezondheid zijn. Etc.

Links de geplande parfumeriefabriek. Rechts (onbewoond) zat de lucifersfabriek

Het blijkt, dat de heer Mallmann reeds op de Kapellerlaan activiteiten ontplooit,
waar buur Palant niet zo gelukkig mee is. Zie onderstaande brief van 5 nov.1892.

Bij deze doe ik klachte dat mijn nabuur
wonende Kapellerweg J nr 31 uitoefent
het beroep van parfumerie en in zijne
woning vervaardigt parfumerie welke zooda-
nigen reuk verspreiden dat nadeelig voor de
gezondheid is, en voor de buren onverdragelijk is.
Redenen waarom ik mij tot U Edachtbaren
wend met beleeft verzoek dat de noodige maat-
regelen worden genomen tot voorkoming
van dit ongeoorloofd bedrijf

De gezondheids-commissie te Roermond onderzoekt in opdracht van B & W de klacht van Palant, en constateert dat er van tijd tot tijd een muscusgeur in huize Palant aanwezig is. Ook de echtgenote, en de dienstmeid, klagen zeer over dien geur.
Omdat de fabriek midden in het Roermondse Veld ligt, met haar landbouwgewassen en
tuinen etc. wilt B & W toch eerst weten welke stoffen en apparaten Mallmann gebruikt.
Op 19 oktober stuurt W. Mallmann de volgende lijst:

Rohstoffen
500 kg Salz
100 kg Schwefelsäure
10 kg Salpetersäure
60 kg Salzsäure
5 kg Amylalkohol
10 kg Propylalkohol
5 kg Butylalkohol
100 kg Ammoniak
100 kg Borax
10 kg Benzol
10 kg Hylol

 

Apparate:
1 Zinkwasserbehalter /bac/ 2m 55 lang 1m 05 breit
1 Filtriergestell 2m 63 lang 1m 40 breit
4 Fässer
4 Korbflaschen
8 leere Kisten
80 Glasballons
1 Tisch
3 Stühle
5 Kübel
 

Dat niets aan het toeval wordt overgelaten, moge blijken uit een rapport van 16 november
1892 van de inspecteur (en commissaris) van politie, welke een bezoek brengen aan de heer
Mallmann op de Kapellerlaan, en aan de fabriek Mallmann in de oude schoensmeerfabriek.
Op de Kapellerlaan kon men geen spoor ontdekken van riekende stoffen. De riekende stoffen
zouden in een barak, welke op de Melicker-heide geplaatst zoude worden, (men zei, dat de vergunning hiervoor reeds was aangevraagd) vervaardigd worden.
De voorbereidende werkzaamheden vonden plaats in de voormalige schoensmeerfabriek.
De inspecteur van politie trof in de “wiks”fabriek 2 personen aan die bezig waren enige balken en planken te verzetten. In de fabriek stonden enige tonnen met zoutwater, 2 flessen
vitriool; een paar lege flesjes, en twee flesjes met een witte vloeiachtige inhoud, naar pepermuntolie riekende. Deze voorwerpen werden volgens de verklaring van de personen gebruikt tot het vervaardigen van schuim dat later hard werd. Een buitengewone lucht was in de fabriek niet te bespeuren. Rook en vuur heb ik ook niet gezien.

De heer Mallmann heeft daadwerkelijk aan de Burgemeester van Melick-Herkenbosch gevraagd, of hij een hectare grond (heide) kon kopen, zonder te vermelden waarvoor.
Daarop zei de Burgemeester, dat hij dit schriftelijk moest indienen bij de Gemeenteraad.
Hugo Raab was rond 1900 naar Herkenbosch gekomen, om te gaan werken als parfumeur in de synthetische reukstoffenfabriek van Willem Mallmann. Dit geeft aan, dat Willem de plannen welke hij had om te Melick-Herkenbosch zo’n bedrijf te starten heeft verwezelijkt.
Eind 1892 werd dus de basis gelegd voor het bedrijf, dat door de fam. Raab werd gekocht, nadat de fabriek van Willem Mallmann te Herkenbosch failliet was. (zie briefhoofd 1920)

Eerste Nederlandsche Muskus – en Reukwarenfabriek

Echter hoe liep het af, met de aanvraag van de fabriek in het Roermondse veld.
Er waren nogal wat bezwaren binnengekomen van o.a. het Tuin en Landbouw Casino;
van een 25 á 30 tal meest tuiniers en landbouwers, en zelfs van de Stoom-meelfabriek
“van Andel & Co” met de boterfabrikanten “Gebrs: Hillen”. (later mouterij Beltjens)
In een brief van 5 dec.1892 van de laatste 2 bedrijven staat o.a.:

“Dat daarbij het gerucht in
omloop is, eene dergelijke fabriek
de meest nadeelige, onhoudbare
en in alles indringende stanken,
veroorzaakt.
Dat zulks ook aanleiding moet
gegeven hebben, dat dergelijke
fabriek uit Schaarbeek bij
Brussel moest worden verwijderd.
Dat met het oog op de delicate
producten van adressanten, die
op hoogst zuivere geur en smaak
worden verkocht, het zeer wen-
schelijk is een zeer grondig onder-
zoek in te stellen alvorens
tot bouwen verlof te geven,
teneinde adressanten voor
groote nadeelen te vrijwaren.”

Op 4 dec.1892 geeft de Gezonheids-Commissie aan B & W te kennen, dat Mallmann
waarschijnlijk meer dan 100 kg zout per dag gaat verbruiken.
“Indien dergelijke massa keukenzout met al de andere afvalproducten in den bodem terecht
moeten komen, dan zijn wij van oordeel, dat de bodem reeds spoedig de nadeelige invloeden
daarvan zal ondervinden”

Het zout, dat na gebruik, in de bodem wordt uitgegoten, met de bijbehorende afvalstoffen
zal zwaar hebben gewogen bij de beslissing of de fabriek er zal komen of niet.
Ook het feit, dat de voormalige aardappelmeelfabriek aan de Hendriklaan reeds door drie gezinnen bewoond wordt (Levi;Wed Quithoven, en P.Smits) en hun gezondheid hierdoor ernstig wordt bedreigd.
Het was te verwachten dat W. Mallmann de goedkeuring niet krijgt. 9 dec.1892 lezen we:

Burgemeester en Wethouders van
Roermond
Brengen ter algemeene kennis dat
aan Willem Mallmann, fabrikant
wonende in de Kapellerlaan I 31
alhier, de vergunning is geweigerd
tot het oprichten van eene fabriek
van chemische parfumerien
in het gebouw toebehoorende aan
den Heer Ackermans en gelegen
in het Roermondsche veld, Kadas-
traal bekend “aan den Gebroeker-
weg” Sectie B No 2213.

W. Mallmann heeft dus in de voormalige schoensmeerfabriek van Gabriëls-Geelen & Co
even mogen “proefdraaien”, maar de uiteindelijke fabriek kwam dichtbij het station van Herkenbosch te liggen, nadat hij in Roermond geen voet aan de grond had gekregen.
Eind juni 1893 komt er weer een klacht binnen van “C. Palant en 26 andere bewoners
van de Kapellerlaan over de doordringenden en onverdraagelijken reuk die uit het huis
van den Heer Mallman, fabrikant van reukstoffen verspreid wordt”

Hoek “Burg. Geradtsstraat – Vondelstraat” met “parfumeriefabriek” W. Mallmann