Hoofdpagina

 

Beltjens verkoopt brouwerij op de Varkensmarkt
Ruud Lamboo-Louwarts

In de “Marktberichten” No.8 van 14-2-1846 komen we de volgende advertentie tegen.

Op verzoek van den Heer MICHIEL BELTJENS en deszelfs Echtgenoote, zal de Notaris Guillon residerende te Roermond, op dingsdag den 3de Maart 1846, des namiddags om 3 ure, ter herberge van den Heer Ant. Heijnen, op de Beurs te Roermond, onder zeer voordeelige conditien publiek te koop stellen:
“Eene allerbest ingerigte BROUWERIJ gelegen te Roermond op den Varkensmarkt, bevattende 2 Roerkuipen de eene van 10 ton 10 kan, en de andere van 17 ton 37 kan; eenen Grondbak van 2,69, twee koelbakken de eene houdende 22 ton 70 kan en de andere 18 ton 90 kan, twee Brouwketels van 48 ton 79 en van 35 ton 06 kan, voorts eene dubbele water Pomp en eene Meespomp in de brouwerij, verder de daar bij gehoorende Rieken en
andere gereedschappen.” Etc. (De brouwerij had sectie nummer d 213)

Brouwerij Michiel Beltjens aan de “Varkens Markt”

Op 25 september 1846 heeft de verkoopt plaats, aan brouwer H. Seipgens te Roermond.
Vanwege enkele nog niet vermelde brouwerstermen, welke voorkomen in de verkoopakte van notaris G. C. H. Guillon, geven we hier de opsomming uit de akte:

Twee groote koperen brouwketels met kranen, twee groote roerkuipen met de vlootjes, twee koelschepen, eenen grondbak, twee koperen ekers, eene dubbele loodenpomp en verder daarbij behoorende rieken en andere kleine gereedschappen, het al zich bevindende in de brouwerij van het huis thans door de verkoopers bewoond op den Varkensmarkt te Roermond; voorts twee enveertig tonnen en elf okshoofden gevuld met bier, en al het overige vaatwerk zich bevindende in den kelder van gemeld huis etc.
Deze verkoop is geschied en bewilligd voor eene som van Duizend gulden Nederlands.

We zetten beiden lijsten eens naast elkaar:

Lijst adv. Marktberichten: Lijst akte Notaris Guillon:
2 Roerkuipen 2 Roerkuipen met Vlootjes (1010 + 1737 liter)
1 Grondbak 1 Grondbak
2 Koelbakken 2 Koelschepen (2270 + 1890 liter)
2 Brouwketels 2 Brouwketels (4879 + 3506 liter)
1 dubbele water Pomp 1 dubbele loden pomp
1 Meespomp  
Rieken Rieken
  Ekers
42 tonnen bier
11 okshoofden bier

Enige uitleg betreffende de lijsten:

Een Roerkuip is een kuip waarin het beslag (mengsel van moutmeel + water) geroerd wordt.
Een Vloot is een bak of kuip onder de roerkuip waarin het weglopend bier, wordt opgevangen.
Een Grondbak van 2,69 ? Als u het weet, gaarne een reactie
Een Koelbak oftewel een Koelschip is een kuip of platte bak waarin de kokende wort (aftreksel van mout en water en hop) wordt afgekoeld tot 14 á 15 graden C. Op deze kuip of bak zit een puntdak, dat het geheel het uiterlijk van een schip (op zijn kop) geeft.
Een Brouwketel is, een in dit geval, koperen ketel waaruit het water voor het beslag wordt gehaald.
Een Waterpomp is een pomp die men gebruikt om in de beslagkuip water op het mout te brengen
Een Meespomp ? Waarschijnlijk een pomp die men gebruikt om wort van de lekbak naar de wortketel te transporteren. Ook wel “maischpomp” genoemd.
Een Riek is het handgereedschap waarmee men het water en moutmeel vermengt.
Een Eker is in dit geval het koperen handgereedschap waarmee de vaten aangevuld worden. een soort gieter of kan.
Een Okshoofd is het vat of de ton waarin het bier bij bovengisting soms het tweede gedeelte van de hoofdgisting ondergaat. (tussen 180 tot 200 liter).
Meestal werden echter voor de gisting grote kuipen of staande vaten gebruikt.

Bij de kuipen; bakken en ketels vermeld men: “ton”(100 liter) en “kan
(1 liter)
Er vanuit gaande dat een ton of vat bier dezelfde inhoud hebben, betekend dat de eerste roerkuip 1010 liter bevat, en de andere 1737 liter. De koelbakken respectievelijk 2270 liter, en 1890 liter, terwijl de brouwketels duidelijk het grootste waren en 4879 liter en 3506 liter bevatten. (1 kan komt overeen met 1 liter, en 1 vat met 100 liter)

Koelschip
Wilt u een pareltje van industriële archelogie bekijken, dan kon u tot 1991 een bezoek brengen aan de "Liefmans brouwerij" te Oudenaarde (België) waar volgens een 300 jaar oud recept bier werd gebrouwen.
Tegenwoordig vindt alléén de gisting in Oudenaarde plaats, terwijl men het bier brouwt te Dentergem (West-Vlaanderen).
Dit natuurlijk met koelschepen, die de brouwerij van Beltjens ook gebruikten!
Hun verklaring betreffende een "KOELSCHIP" is de volgende:

Een koelschip is een ondiepe kuip met zeer grote oppervlakte. De bedoeling was om het hete wort dat uit
de kookketels kwam, op een natuurlijke wijze te koelen naar 60 graden Celsius.
Daartoe werden in deze ruimte de luiken geopend zodat de wind vrij over de wort kon waaien.
Door de grote oppervlakte een geringe diepte van de kuip duurde het minder dan een uur eer de temperatuurgedaald was naar 60 graden Celsius.




Foto van een van onze koperen koelschepen die elk een capaciteit hebben van rond de 260 HL

Daarna kon het wort verder afgekoeld worden d.m.v. baudelotkoelers.
De voordelen van een koelschip: zeer snelle afkoeling - geen koelenergie nodig - bezinking van vaste bestanddelen (eiwitten, hopresten) mogelijk. (met dank aan de Liefmans Breweries)


Ondertekening van de akte op 25 september 1846 voor notaris C. Guillon

Wie is deze Michiel Beltjens? Zoon van Hermanus Petrus Beltjens en M. H. J. Cremers.
Michel Antoine Hubert Beltjens werd 12 juli 1799 te Roermond geboren. Hij trouwde 29 januari 1833 met Marie Elisabeth Lambermont. Haar vader was van beroep brouwer.
Marie Elisabeth Lambermont was eerst getrouwd met J.M. Eckmiller, óók brouwer. Bovenvermelde verkochte goederen waren afkomstig van haar eerste man Joannes Michael Eckmiller, welke op 14 juni 1819 te Roermond op 59 jarige leeftijd was overleden. In 1849 wordt de bierbrouwerij afgebroken, zodat hij er minstens 30 jaar gestaan heeft.

Tegelijkertijd met de brouwerij werd een gedeelte van hun huis uit (sectie d 212 en 214), dat hieraan grenst, verkocht aan dezelfde H. Seipgens. Voor een bedrag van f 1200 gulden.
Het lijkt wel, of de heer Seipgens bang was, dat men de verkochte brouwerij, opnieuw wilde opstarten, want bij de verkoop van het huis wordt o.a. overeengekomen dat:
Zoolang de echtelieden Beltjens den eigendom zullen hebben van het huis thans door hun bewoond, zal daarin geene bierbrouwerij mogen opgericht worden.
Aangezien Hendrik Seipgens zelf brouwer was, wilde hij dit voorkomen. Hij had zijn brouwerij op de Jesuïtenstraat (d 204). Buiten deze bierbrouwerij bezat hij nog een rosgraanmolen, gelegen “Buitenop St. Jansblijk”, (sectie B 860) die werd aangedreven door een paard. Vaak waren dit oudere paarden die blind waren, of blind werden gemaakt, zo dat ze niet gek werden van de hele dag maar rondjes te lopen.
De rosgraanmolen lag ongeveer tussen café “Resistent” en de Roer. Op de plek waar vroeger de kopersmid Claessens zat. (deze huizen zijn inmiddels afgebroken) De molen was nodig om het gedroogde mout grof te malen, wat mede bij de bereiding van bier nodig is.
In de Pelserstraat lag een cichoreirosmolen van de heer “De Man”, maar deze had een totaal andere functie.

Op 7 oktober 1856 overlijdt zijn vrouw, waarna Michiel op 13 mei 1862 trouwt met Theresia Hubertina Abels. Lang heeft dit huwelijk niet geduurd, want 3 september 1870 overlijdt hij.