Waarom
wordt uw hulp gevraagd?
Het
grafmonument van architect Cuypers is de komende jaren inzet
van een intensieve herstelcampagne. Deze wordt gesteund
door een Comité van aanbeveling met als leden: Drs
Frans H.J.J. Andriessen, ex-vice voorzitter Europese Commissie
Professor drs Fons L.L.M. Asselbergs, directeur Rijksdienst
voor de Monumentenzorg Henk M.J.M. van Beers, burgemeester
van Roermond Pierre Cuypers, docent V.O. geschiedenis en
staatsinrichting, lid Provinciale Staten Gelderland. Dr
A.J.C. (Wies) van Leeuwen, kunsthistoricus en biograaf van
Dr. Pierre H.J. Cuypers Professor dr Peter J.A. Nissen,
hoogleraar kerkgeschiedenis Radbouduniversiteit Nijmegen
Camille Oostwegel, restaurateur Chateau Neercanne en Chateau
Sint Gerlach Mgr Frans Wiertz, Bisschop van Roermond
|
Begraven,
maar niet vergeten!
De
architect dr Pierre Cuypers (bekend van onder meer het Rijksmuseum
en het Centraal station in Amsterdam) ligt begraven op "d'
n Aje Kirkhaof" in Roermond. Het grafmonument, waar
ook andere leden van zijn familie hun laatste rustplaats
hebben, en het ontwerp van de begraafplaats zelf zijn beide
van zijn hand en hebben sinds enkele jaren de status van
Rijksmonument.
Het grafmonument van Pierre Cuypers is vervallen en is dringend
toe aan restauratie. De reliëfs op de zerken zijn ernstig
vervaagd en twee heiligenbeelden zijn aangetast door weer
en wind, één beeld zelfs zo erg dat het haast
onmogelijk was het te identificeren. Deze situatie vraagt
om resoluut ingrijpen. De Stichting Restauratie Grafmonument
dr Pierre J.H. Cuypers is eind 2004 opgericht met als doel
het grafmonument te restaureren. Zoals hierna uit de begroting
zal blijken, heeft onderzoek aan de funderingen, de zerken
en de beeldhouwwerken uitgewezen dat hiervoor ruim één
ton euro benodigd is. Helaas kan door het huidige gebrek
aan middelen geen gebruik gemaakt worden van overheidssubsidies,
ook al is hier sprake van een Rijksmonument. Daarom zal
een beroep moeten worden gedaan op particuliere fondsen
en het bedrijfsleven.
|
De
restauratie van het grafmonument is namelijk om twee redenen
van belang:
1. Pierre Cuypers neemt als een van de meest prominente
architecten uit de periode tussen 1850 en 1940 een belangrijke
positie in binnen de Nederlandse architectuurgeschiedenis
2. Het grafmonument zelf is door het ontwerp en met name
de religieuze symboliek en de verwijzingen naar onder meer
zijn beide echtgenotes feitelijk een beknopte samenvatting
van de levensvisie van Cuypers, en, meer in het bijzonder,
zijn ideeën over ontwerpen en bouwen.
Catharina
|
Petrus
|
Cecilia
|
Johannes
|
|
Wie
was Pierre Cuypers?
Pierre Cuypers werd in Roermond geboren op 16 mei 1827.
Na het stedelijk gymnasium ging hij in 1844 naar de Koninklijke
Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen om zich te ontwikkelen
als architect en all round ontwerper op het gebied van de
toegepaste kunsten. In 1949 keerde hij terug naar Roermond,
bekroond met de prix d' excellence. Een jaar later stelde
de gemeente hem aan als stadsarchitect, terwijl hij door
de bisschop van Roermond belast werd met de restauratie
van de Munsterkerk.
Pierre
Cuypers op
de leeftijd van 48 en 90.
|
Vanaf
het begin maakte Cuypers naam met wat we kortweg als neogotiek
aanduiden: hij ontwikkelde een eigentijdse stijl, waarbij
hij elementen uit de Europese gotiek combineerde met inheemse
motieven en materialen. Met name baksteen was favoriet.
In Antwerpen waren de angry young men van de Academie te
hoop gelopen tegen de bepleisterde schijnarchitectuur. In
plaats daarvan werd "kale" baksteen gebruikt:
eerlijk en duurzaam materiaal dat op dat moment echter een
armoedige reputatie had. Door dit te combineren met verfijnde
metseltechnieken en toe te passen in verschillende kleurschakeringen,
wist Cuypers de markt te interesseren voor zijn nieuwe manier
van bouwen. Op den duur slaagde hij er zo in om een eigen
"nationaal" gezicht te geven aan internationale
stromingen als de neogotiek en de neorenaissance.
Avant
garde-architectuur
van 1853; het woonhuis
met de werkplaatsen
te Roermond
|
Zijn
middeleeuws aandoende stijl, waarmee Cuypers teruggreep
op de inheemse bouwtradities, was toentertijd zeer modern.
Het complex van zijn eigen woonhuis en enkele werkplaatsen
(tegenwoordig het gemeentelijk museum van Roermond) gold
bij oplevering in 1853 als een avant-gardistisch visitekaartje
van het architectenbureau en de kunstwerkplaatsen van Cuypers.
In 1850 trouwde Cuypers met de Antwerpse modiste Rosalie
van de Vin. Zij overleed echter in 1855, kort na de dood
van hun tweede dochtertje. In 1858 hertrouwde hij met Antoinette,
de jongste zus van de Amsterdamse koopman en publicist Joseph
Alberdingk Thijm, een goede vriend van Cuypers. Nenny, zoals
zij in huiselijke kring heette, en Pierre kregen vijf kinderen
waarvan zoon Joseph zelf ook een bekend architect werd.
Beide echtgenotes en Joseph en zijn vrouw Delphine zijn
bijgezet in het familiegraf in Roermond.
Voor de verdere ontwikkeling van architectenbureau Cuypers
is zijn succes als "netwerker" bijzonder belangrijk.
In 1853 werd de kerkelijke hiërarchie hersteld in Nederland,
hetgeen betekende dat de katholieke kerk zich als organisatie
in het land mocht vestigen. Het gevolg was dat de paus met
goedkeuring van de Nederlandse staat overging tot de oprichting
van nieuwe bisdommen, van waaruit over heel Nederland nieuwe
parochies werden gesticht. Dit luidde een hausse in de kerkenbouw
in. Cuypers was samen met zijn compagnon Frans Stoltzenberg
juist in 1853 van start gegaan met hun atelier voor Christelijke
kunst en had zich in Antwerpen al bekwaamd in de neogotische
kerkenbouw. De timing om deze nieuwe markt te veroveren,
was dus perfect.
De
Willibrordus-buiten-de-Veste,
ontworpen door Cuypers (18641866).
Van deze zogenaamde Kathedraal van Amsterdam, werd uiteindelijk
alleen de vieringtoren uitgevoerd.
De kerk is gesloopt in 1970.
|
In
1863 verhuisde Cuypers zijn architectenbureau naar Amsterdam,
waar "het" immers allemaal gebeurde. Mede door zijn
functie als lid van het College van Rijksadviseurs voor de
Monumenten van Geschiedenis en Kunst en zijn relatie met Victor
de Stuers kreeg Cuypers de opdrachten voor het Rijksmuseum
en het Centraal Station in Amsterdam alsmede vele restauratieopdrachten.
|
Ook
bij deze prestigieuze opdrachten paste Cuypers consequent
baksteen als bouwmateriaal toe. Voor het Rijksmuseum liet
hij zelfs een speciaal formaat ontwikkelen. Geen wonder
dat zowel de vereniging van baksteenfabrikanten als de Nederlandse
aannemersvereniging Cuypers huldigde bij verschillende jubilea.
Doordat hij als voortrekker het traditionele bouwvak in
ere had hersteld, was het spin off-effect van zijn praktijk
voor zowel de ene als de andere bedrijfstak aanzienlijk.
Behalve als architect was Cuypers actief als politicus in
de gemeenteraad van Amsterdam en Roermond en richtte hij
een van de eerste werkgeversorganisaties in Nederland op.
|
De
begraafplaats "d'n Aje Kirkhaof" in Roermond
In de negentiende eeuw maakte de dood meer deel uit van het
dagelijkse leven dan vandaag de dag. De frequentie waarmee
men familie en vrienden verloor was relatief hoog ten gevolge
van een verhoudingsgewijs laag peil van de kraam- en algemene
gezondheidszorg. De status die men bij leven had moest ook
zichtbaar zijn in de dood. Graven waren statussymbolen, waarbij
families elkaar de loef af wilden steken met de fraaiste monumenten.
De laatste rustplaats werd het middelpunt van architectonische,
beeldhouwkundige en sierijzeren hoogstandjes. Zo bevindt zich
op het kerkhof in Roermond neogotische (graf)kunst van hoge
kwaliteit in een parkachtige omgeving.
De "Aje Kirkhaof" is een van de oudste algemene
begraafplaatsen in Nederland en kent een strikte scheiding
van de diverse geloofsovertuigingen zoals die in Nederland
vanaf het eind van de achttiende eeuw voor dodenakkers werd
doorgevoerd. Naast de indeling in religie is er op het kerkhof
ook een duidelijk onderscheid in vier klassen. In de eerste
klasse lieten de rijken zich begraven in "eeuwigdurende
graven" , met monumentale opbouwen en indrukwekkende
grafkelders. De tweede en derde klasse bestonden uit huurgraven,
de vierde klasse was bedoeld voor de armste bewoners. |
Sfeerbeelden van d'n Aje Kirkhaof |
Deze
indeling is van de hand van Cuypers, die als stadsarchitect
in 1858 de begraafplaats opnieuw inrichtte. Toen ontstond
ook het lineaire karakter van het kerkhof en de aandacht
voor de beplanting. Inrichting en beplanting van de begraafplaats
zijn belangrijk om bezoekers in de juiste sfeer te brengen.
Cuypers en zijn tijdgenoten deelden de romantische visie
dat de weemoed op een kerkhof een brug sloeg tussen hemel
en aarde.
|
De
Cuyperscode
Het versleutelen van boodschappen in de kunst door middel
van symbolen is iets van alle tijden. Bij Cuypers kan men
deze ontcijferen, omdat zijn beeldentaal geënt was op
een brede onderstroom van collectief bewustzijn die sterk
bepaald was door het katholieke geloof. Dit kent een schat
aan metaforen rond het thema "dood en verrijzenis"
. Het kerkhof wordt beschouwd als het vertrekpunt naar het
paradijs. Dit paradijs wordt gevonden in de Heilige Stad,
het Hemels Jeruzalem dat de evangelist Johannes in de Openbaringen
heeft beschreven. Deze stad staat symbool voor de katholieke
maatschappij met haar heilige ordening in rangen en standen,
die op haar beurt weer is ingebed in de indeling van het kerkhof.
Maar dit Hemelse Jeruzalem wordt ook zichtbaar gemaakt door
middel van architectuur, beelden, schilderingen, (edel)smeedkunst
en glas-in-lood in het aardse kerkgebouw dat als een voorafspiegeling
van de Goddelijke stad geldt. Elementen als deze vormen de
kern van de Cuyperscode, waarin de architect een rijke middeleeuwse
symboliek en de rituelen van het katholieke geloof versleutelde.
|
Het
grafmonument van P.J.H. Cuypers ligt aan het koor van de
Bisschoppelijke Grafkapel. Deze symbolisch zeer belangrijke
locatie
zorgt ervoor dat zijn status tot het einde der tijden is
verzekerd.
|
Naast
het thema van het Hemels Jeruzalem, speelde het lijdensmotief
een toonaangevende rol: het centrale ritueel in het katholieke
geloof bestaat uit de Eucharistie, het Heilig Sacrament
des Altaars, waarbij het bloedige lijden en sterven van
Christus op onbloedige wijze wordt herdacht. Daarom bevat
elk altaar een kleine holte: het sepulchrum, dat een verwijzing
vormt naar het graf van Christus. Iedere kerk was zo tevens
de grafkerk van Christus en verwees als zodanig naar de
Grafkerk bij uitstek in Jeruzalem. Dit gebouw, opgetrokken
boven het lege graf van Christus (Jezus is herrezen), vormt
hoe kan het ook anders - een christelijk icoon van klasse.
Beide thema' s herkende Cuypers op goede gronden in de middeleeuwse
Munsterkerk te Roermond. Toen hij dan ook in 1887 opdracht
kreeg om een Bisschoppelijke Grafkapel op "d' n Aje
Kirkhaof" te ontwerpen, greep hij terug op dit model.
Cuypers was waarschijnlijk al in 1858, ten tijde van de
herinrichting van het kerkhof, op de hoogte van de geoormerkte
positie van die grafkapel en heeft deze voorkennis gebruikt
bij de bepaling van de locatie van zijn eigen graf. Als
voorafbeelding van het Hemels Jeruzalem, wordt de begraafplaats
als het ware tot een microkosmos van de maatschappij. Het
centrum van deze microkosmos wordt gevormd door de Bisschoppelijke
Grafkapel. Door deze symboliek plaatste Cuypers zijn graf
zowel ín het Hemels Jeruzalem als in de directe nabijheid
van deze Heilige Stad.
|
Het
grafmonument van de familie Cuypers
Locatie en oriëntatie óp de begraafplaats waren
van essentieel belang. Direct na de voltooiing van de werkzaamheden
in 1858 wist Pierre Cuypers een vergunning te verkrijgen voor
de bouw van een grafkelder op een prominente positie, in de
directe nabijheid van de dertig jaar later door hem gebouwde
Bisschoppelijke Grafkapel.
Het grafmonument is één van de meest opvallende
gedenktekens op het kerkhof. Zij geldt als eerbetoon aan zijn
overleden familieleden en uiteindelijk ook voor Cuypers zelf.
Het monument bestaat uit twee zerken en een grootse gedenkpijler.
Op de sokkel, voorzien van de namen van de in het graf gelegen
personen, is een opbouw met vier elegante heiligenfiguren
geplaatst. De neogotische vormentaal van het geheel is kenmerkend
voor de tweede helft van de negentiende eeuw. Het is bovendien
de "taal" die Cuypers gedurende zijn carrière
vervolmaakte en op grote schaal toepaste. |
Links:
de zerk van Rosa van de Vin.
Rechts: de vier evangelistensymbolen
in de hoeken van het randschrift rondom
de zerk en de gedenkpijler:
de leeuw van Marcus, de os van Lucas,
de adelaar van Johannes en
de engel of mens van Mattheus.
|
De
grafzerk van Rosa dateert van 1858 en is ontworpen in middeleeuwse
stijl. Inspiratiebron hiervoor was de zerk die Cuypers vriend,
geestverwant en latere zwager, Josef Alberdingk Thijm in 1855
voor de laatste rustplaats van zijn familie ontwierp. Rosa
staat als het ware in een gotische kerk " verwijzing
naar het Hemels Jeruzalem " en is omringd door de vier
evangelistensymbolen die aan "den ingang der poorte van
het huis des Heere" staan.
De gedenkpijler, waartoe ook vier heiligenbeelden behoren,
is ontstaan na de dood van Cuypers tweede vrouw, in 1898.
De heiligen Cecilia en Catharina zijn beide verwijzingen naar
Nenny; Cecilia als patrones van de muziek, Catharina als naamheilige.
Beide figuren keren ook terug op een piano die Cuypers als
verlovingsgeschenk aan zijn jonge vrouw had geschonken. Petrus
is niet alleen afgebeeld als de naamheilige van Pierre Cuypers,
maar ook als de drager van de sleutels die toegang bieden
tot de poorten van de hemel, de Heilige Stad. Verder was Petrus
de eerste bisschop van Rome en staat hij dus symbool voor
de aardse kerk.
Het vierde beeld, dat met moeite geïdentificeerd kon
worden, is Johannes. Hij kreeg niet alleen een plaats als
naamheilige van de vader van Cuypers, maar vooral als Johannes
de evangelist die het Hemels Jeruzalem in zijn visioen heeft
gezien. Hij is op het grafmonument zo geplaatst dat hij kijkt
naar de Bisschoppelijke Grafkapel, de aardse voorafspiegeling
van het Hemels Jeruzalem. |
De hoeken van de baldakijnen boven de vier heiligen zijn gesierd
met bloemen die terug te voeren zijn tot de roos en het maarts
viooltje en beide behoren tot de Mariasymbolen |
Tot
in details als de bloemmotieven toe werkt de Cuyperscode
door. De associatie van bloemen, hiernamaals en verrijzenis
is al zo oud als de prehistorie. De rol van de bloemen in
de grafcultus wordt op prachtige wijze door Cuypers verwoord,
wanneer hij zijn zoon Joseph na een bezoek aan het graf
van Nenny schrijft: " Wat is verwonderlijk hoe fraai
de bloemen blijven op Moeders graf. Er zijn rozenknoppen
die voortdurend ontluiken. Het groen is zoo frisch of 't
slechts eenige uren aan de stam onttrokken is ". Dit
thema lijkt vertaald te zijn in de stenen rozen aan de baldakijnen
die in een eeuwigdurend ontluiken zijn verstild.
|
Begroting
Totaal € 130.000
Vanwege het gevaar voor instorting zijn de enige mobiele
onderdelen van het grafmonument, de vier heiligenbeelden,
in afwachting van de restauratie tijdelijk verwijderd en
opgeslagen.
|
Monografie
"De Cuyperscode"
Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de tekst van deze
brochure wordt als een aparte monografie uitgegeven door
de STICHTING RESTAURATIE GRAFMONUMENT DR PIERRE
J.H. CUYPERS.
De Cuyperscode is geschreven door twee specialisten op het
gebied van negentiende-eeuwse architectuur en beeldhouwkunst,
dr Bernadette van Hellenberg Hubar, in 1995 gepromoveerd
op Cuypers, en drs Don Rackham, in 2004 afgestudeerd op
de beelden van de kathedraal van Den Bosch van de hand van
Cuypers collega Lambert Hezenmans. De onderzoekers zijn
werkzaam namens ADVIESBUREAU RES NOVA. De opbrengst van
de monografie komt ten goede aan de herstelcampagne.
De
vrouwelijke heiligen Catharina en
Cecilia spelen een sleutelrol in
"De Cuyperscode"
Helpt u dit beeld uit zijn kist?
Uw
donaties zijn welkom op
Rabobank 1841.50.396
Stichting restauratie
Grafmonument dr Pierre J.H. Cuypers
Colofon
Deze
brochure kwam in 2005 tot stand in opdracht van de
STICHTING RESTAURATIE GRAFMONUMENT DR PIERRE J.H.
CUYPERS
Het bestuur van de stichting bestaat uit:
• ing. Frans Straus, voorzittter
• drs Lou Horbach, vice-voorzitter
• Jean Roubroeks, secretaris
• Cor van der Werf, penningmeester
• ing. Leen van Marion, lid
Het
secretariaat berust bij
ADVIESBUREAU RES NOVA:
Bergerweg 27 — 6085 AT Horn
Telefoon: 06 – 20 60 50 32
Centrale email: info@res-nova.nl
De productie was in handen van ADVIESBUREAU RES
NOVA dat de restauratiecampagne begeleidt. www.res-nova.nl
De tekst is van de hand van drs Roland Bruynesteyn MBA,
dr Bernadette van Hellenberg Hubar en
drs Don Rackham.
De foto’s zijn welwillend ter beschikking gesteld
door Jan Straus.
De overige (historische) afbeeldingen zijn afkomstig van
de familie Cuypers, het gemeentemuseum
en het gemeentearchief te Roermond, de stichting Oude Kerkhof
te Roermond
of ontleend aan oudere tijdschriften.
Deze brochure is exclusief gesponsord door Pollaert Mediacenter
Roermond
Overige sponsoren en donateurs van de restauratiecampagne
tot dusver zijn:
Tom Loven Aannemingsbedrijf BV Roermond
Lighthouse Club Nederland
Architectenbureau Coppen BV Roermond
|
|
|