Cuypers, Beeldhouwers en de Kermis van Roermond
In het kader van het officiële “Cuypers-jaar” 2007/2008, werd tijdens het Draaiorgelfestival Roermond aandacht besteed aan de relatie tussen de bouwmeester Cuypers en draaiorgels. Maar wat hebben draaiorgels en Cuypers met elkaar gemeen?
De link tussen beiden vormen de beeldhouwers.
De Roermondse Pierre Cuypers (1827-1921) had zijn atelier voor beeldende kunst gevestigd in het huidige Stedelijk Museum aan de Maastrichterweg. Dit atelier trok veel beeldhouwers uit binnen -en buitenland aan. Roermond stond al sinds de Middeleeuwen bekend als centrum voor beeldhouwkunst, maar na de oprichting van het Cuypers-atelier groeide deze beroepsgroep in een snel tempo.
Wat betekende dit voor Roermond?
Al deze beeldhouwers (en steenhouwers, ornamentwerkers en schilders) enhun families vestigden zich in Roermond. Echter als Pierre Cuypers weer ergens een kerk of ander werk moest bouwen dan verhuisde een groot deel van de families mee naar de bouwplaats, soms zelfs in het buitenland. Ze verbleven daar vaak voor langere tijd. Na oplevering verhuisde de hele groep weer terug om enige tijd daarna alweer naar een nieuwe bouwplaats te verhuizen. Dit komen en gaan van families is niet onopgemerkt gebleven in Roermond. Telkens moesten de families weer onderdak krijgen, de kinderen moesten weer naar school of naar een leermeester, om daarna toch weer allemaal te vertrekken! Deze families waren sterk op elkaar aangewezen en vaak werd dan ook de partner gekozen binnen de eigen beroepsgroep. Er is zelfs een familie bekend waar binnen 16 gezinnen op een of ander moment bij Cuypers of een van zijn leerlingen werkten of zélf een atelier begonnen!
Personeel Cuypers Tentoonstelling Düsseldorf 1902
Ditzelfde zie je ook bij de Kermisfamilies. Veel van de grote beroemde kermisfamilies, de zogenaamde Kermisbaronnen, vestigden zich in Roermond. ’s Zomers reisden ze de kermissen af in binnen- en buitenland maar ’s winters kwamen ze weer terug naar Roermond.
Waarom Roermond?
Behalve de centrale ligging van Roermond (van hieruit kon men grote delen van België, Duitsland en Nederland gemakkelijk bestrijken) was ook de aanwezigheid van de beeldhouwers, houtsnijders en meubelmakers doorslaggevend.
Bij deze families zie je dezelfde sociale patronen: veel reizen met de gehele familie en huwelijken binnen de beroepsgroep.
Stoomcarroussel Van Bergen en Benner-Xhaflaire
Zodra het kermisseizoen voorbij was kwam men terug naar Roermond om de winterstop te gebruiken om de attracties op te knappen, te vernieuwen of nieuwe attracties te bouwen.
Hier komen de beeldhouwers en ornamentwerkers van Roermond weer in beeld.
Stoomcaroussel Van Bergen en Benner-Xhaflaire
38er Ruth van D. Hinzen, Roermond
In kermisattracties maakte men toendertijd gebruik van draaiorgels om op te vallen en om de sfeer te verhogen. Sommige kermisfamilies trokken rond met mobiele danszalen (spiegeltenten) en later ook met mobiele bioscopen waar ook weer draaiorgels werden gebruikt voor de muzikale ondersteuning. Hiervoor werden soms prachtige concertorgels gebouwd. Al het houtsnijwerk en meubels voor deze attracties werden door beeldhouwers en meubelmakers gebouwd. Vergeet ook niet het prachtige houtsnijwerk aan de orgels of de paarden en schuitjes en mooie panelen op de carrousels!
De beeldhouwers die een eigen bedrijf begonnen waren hadden het natuurlijk niet gemakkelijk naast zo’n grote naam als Pierre Cuypers. Diverse kleine ateliers gingen voor de kermisfamilies werken.
Een bekend atelier is dat van Petrus Smeets (1865-1947). Hij was gespecialiseerd in paardjes en andere dierfiguren voor carrousels.
Hij maakte ook veel panelen en ornamenten van hout. Niet alleen voor kermisattracties maar ook voor de woonwagens waarmee de kermisfamilies rondtrokken.
Werkplaats Smeets
Minderbroederssingel
(foto Han Ruijs)
Buiten beeldhouwers waren er dus ook woonwagenbouwers nodig, metaalbewerkers die de metalen onderstellen voor de attracties bouwden, glazeniers voor de spiegeltenten en schilders.
Zowel na de introductie van de door stoom aangedreven attracties zoals de stoomcarrousels en de autoscooters als bij de opkomst van elektriciteit, voegden zich nóg meer verschillende beroepsgroepen bij de toch al brede groep mensen die voor de kermissen werkten! Vanwege de werkplaatsen van Pierre Cuypers en anderen vonden heel wat mensen werk in Roermond, voor zowel de kerkelijke kunst als voor de kermissen en draaiorgels!
Draaiorgelman Carillon Stadhuis Roermond ( foto Han Ruijs )
Dank zij het beeld van de draaiorgelman op het carillon (een gift van een echte Roermondse kermisfamilie) of het bekende oude liedje over Kunkels Roetsjbaan, dat met Vastelaovend (carnaval) wordt gezongen, meestal zonder zich te realiseren waar het over gaat, blijft dit prachtige stukje culturele geschiedenis van Roermond in onze herinnering!
Tobogan (De Roetsbaan) 1878
Zo langzaamaan komt er meer aandacht voor dit aspect van de cultuur-historische geschiedenis van Roermond en we hopen dan ook dat we met de organisatie van het Draaiorgelfestival en dit verhaaltje hiertoe kunnen bijdragen.
Namens het Team Draaiorgelfestival Roermond
Charlotte Ruijs