Stadhuis
Ernst A.J. Burke

Het is niet exact bekend wanneer Roermond zijn eerste stadhuis gekregen heeft. Een combinatie stadhuis/lakenhal, zoals nu nog te zien in Erkelenz (dat ooit samen met Roermond tot Gelre behoorde), was er waarschijnlijk al in de 13e eeuw. Onder het stadhuis, aan de zuidkant van de ingang, bevinden zich kelders van ca. 1180-1200. Het eerste stadhuis is in vlammen opgegaan (met veel oude archieven) bij de eerste stadsbrand van 15 juli 1554.
Het herbouwde stadhuis heeft de tweede stadsbrand van 1665 nipt overleefd, het huidige aanzien dateert van omstreeks 1700. De tufstenen bekleding van de gevel is pas in 1955 aangebracht. De drie dakvensters, gebouwd door architect Karel Weber, zijn in 1877 voorzien van wapens, gemaakt door de beeldhouwer Henri Leeuw. In het midden: wapen van stad Roermond (boven Gelderse leeuw, onder rode lelie), rechts: wapen van het oude hertogdom Limburg (rode dubbelstaartige, gekroonde leeuw, tot 1886 wapen van de provincie Limburg sinds 1815 toen koning Willem I ook hertog van Limburg wilde zijn), links: wapen van Gelre en Gelderland, alliantiewapen vanaf 1371 toen Willem van Gulik hertog van Gelre werd na de Gelderse successieoorlog: links gele, dubbelstaartige, gekroonde leeuw van Gelre, rechts zwarte, enkelstaartige, ongekroonde leeuw van Gulik.
De huidige toren is een zeer gewijzigde vorm van de toren van 1872 die geen beiaard en beeldengroep had. De beiaard (47 klokken, samen ca. 1800 kg) is in 1982 geplaatst t.g.v. het 750-jarig bestaan van de stad, op initiatief van de Junior Kamer, betaald door bedrijven en particulieren. De bewegende acht beelden (architect, kleermaker, nar, papierschepper, bisschop, orgeldraaier, smid, vorstin) zijn in 1995 geplaatst, een geschenk van bedrijven en particulieren t.g.v. het afscheid van burgemeester Daniels. De beelden zijn gemaakt door Joep Nicolas van Ronckenstein, een neef van de bekende glazenier Joep Nicolas die in 1964 de glas-in-loodramen van de raadzaal van het stadhuis gemaakt had.