Hoofdpagina


 

Nicolas

Ernst A.J. Burke

Joep Nicolas

Via het Oostenrijkse leger was in de 18e eeuw in Roermond een chirurgijnmajoor beland, genaamd Mathurin Nicolas. Hij was geboren in Nancy; een stad met een belangrijke traditie in de glasschilderkunst en nu nog steeds bekend vanwege het Art-Deco-glas. Mathurin Nicolas was stamvader van het beroemde en kunstzinnige geslacht Nicolas. Het was zijn achterkleinzoon Frans Nicolas, die, na het herstel van de kerkelijke hiërarchie in 1853, in 1855 op 29 jarige leeftijd een atelier voor gebrandschilderd glas oprichtte.

In de achtertuin van dit monumentale herenhuis werd dit glasatelier een belangrijke impuls voor de revival van de glasschilderkunst. In de tweede helft van de 19e eeuw werden hier oude ramen gerestaureerd en nieuwe ramen gemaakt, destijds voornamelijk van buitenlandse ontwerpers. Rond 1886 groeide dit atelier door assistentie van zijn twee zonen Frans Jr. en Charles uit tot het grootste atelier voor gebrandschilderd glas in Nederland. In die periode werkten op de Wilhelminasingel ca. 50 mensen en werkte men vooral samen met architecten uit de school van Pierre Cuypers.

Vanaf ongeveer 1922 assisteerde de zoon van Charles Nicolas, de later zo beroemde Joep Nicolas (1897-1972), geboren in de Lindanusstraat 12 eveneens in het atelier. Joep Nicolas was al sinds zijn jeugd vertrouwd met het glazeniersvak. Zijn eerste grote opdracht was de muurschildering in het kerkje van Asselt, vlakbij Roermond. Hier kreeg hij de kans een eigen stijl te ontwikkelen. In 1925 ontving hij de Grand Prix des Maîtres Verriers de France met zijn zogenaamde St. Maartensraam, en met Joep begon er een nieuw tijdperk voor de glasschilderkunst in Nederland. Veel opdrachten volgden vanuit binnen- en buitenland. In 1924 huwde Joep de Belgische beeldhouwster Suzanne Nys. Zij boetseerde onder andere de prachtige kruiswegstaties voor de basiliek in St. Odiliënberg, en in de stadstuin van het atelier op de Wilhelminasingel prijkt nog haar beeld waar Charles Eyck in zijn jonge jaren model voor heeft gezeten.

Wegens de oorlogsdreiging verkocht Joep Nicolas in 1939 het atelier aan zijn chef d’atelier Max Weiss, en vertrok het kunstzinnige gezin Nicolas naar Amerika, waar zijn dochters Claire en Sylvia zich permanent zouden vestigen. Max Weiss was afkomstig uit München, waar hij werkte bij de Bayerische Hofkunst Anstalt. Onder zijn leiding werden ook de ontwerpen van Charles Eyck en van Gisèle van Waterschoot van der Gracht uitgevoerd. In 1969 stopte Max Weiss wegens gezondheidsproblemen en trad zijn zoon Alexander korte tijd in de voetsporen van zijn vader. Na het sluiten van het glasatelier kocht in 1979 het kunstenaarsechtpaar Dick van Wijk en Mariska Dirkx het atelier.