Munsterplein
Ernst A.J. Burke
De cisterciënzerinnenabdij werd in 1218 gesticht door graaf Gerard IV van Gelre, omdat zijn moeder, Richardis van Wittelsbach, weduwe van graaf Otto I, wilde intreden in een klooster van die orde, die echter tot dan toe niet bestond in het graafschap Gelre. De apsis van de kerk is in 1220 ingewijd. De stichtingsoorkonde van de Munsterabdij dateert van 1224.
Omstreeks 1260 was de bouw voltooid. De abij omvatte een zeer groot oppervlak, begrensd door muren langs de huidige vier straten: Munsterplein, St. Christoffelstraat, Kloosterwandstraat en Hamstraat. Thans is de kerk, O.L.V. Munsterkerk (Munster is afgeleid van het Latijnse monasterium, klooster), het enige restant van het kloostercomplex. Oorspronkelijk bevond zich aan de zuidzijde van deze kerk een kruisgang met daaraan de refter, kapittelzaal, paleiszaal (?) en, op de eerste verdieping, het dormitorium. Ten westen van de Munsterkerk, daar waar nu op het Munsterplein de muziekkiosk staat, stond oorspronkelijk het abdissenhuis, dat al in 1293 vermeld wordt. Aan de Hamstraat bevond zich een gebouw, dat waarschijnlijk dienst deed als gastenverblijf. Aan dezelfde Hamstraat bevond zich ook de grote poort, die toegang gaf tot het kloosterterrein.
Tijdens de Franse bezetting werd het abdissenhuis gebruikt als gevangenis terwijl de overige gebouwen dienst deden als kazerne. Toen de gevangenis midden 19e eeuw naar elders verhuisde, werd het abdissenhuis en enkele andere bouwvallig geworden panden gesloopt om later plaats te maken voor een wandelpark. Wat overbleef waren de gebouwen rond de kloostergang tot ook deze, ondanks een felle reddingsactie van priester en historiekenner Mgr. Van Gils, in 1924 gesloopt werden. Slechts de laag gelegen pandtuin roept een herinnering op aan de kruisgang van een abdij.
Het gehele complex van de abdij was ommuurd. Voor het bijwonen van diensten was er een ommuurde toegangsweg van de noordzijde van het Munsterplein naar het noordportaal van de kerk. Er waren vanaf het begin van de kerk (één dag na de stichtingsoorkonde van 16 juni 1224) afspraken met de pastoor van de parochiekerk St. Christoffel (die dan nog op de heuvel van Buitenop stond) over welke diensten de parochianen in welke kerk mochten bijwonen.
De kerk is een, geheel in natuursteen (voornamelijk mergel) opgetrokken, laatromaanse en vroeggotische kruisbasiliek aansluitend op de Rijnlandse bouwtrant, met een klaverbladvormige, romaanse oostpartij, en een hoog opgaande, gotische westbouw. Boven de oostelijke kruising werd een achthoekige vieringtoren gebouwd. De oostpartij verrees tussen 1218 en 1244, de westbouw tussen 1244 en ca. 1260.
De huidige oostelijke torens hebben een lichtere kleur omdat zij na de aardbeving van 13 april 1992 herbouwd zijn met nieuwe mergelblokken uit de groeve in Sibbe (deel van Valkenburg aan de Geul).
Bij de restauratie van 1863 tot 1891, o.l.v. Pierre Cuypers, werd het gebouw ingrijpend veranderd. Op de westbouw plaatste hij twee rijzige, vierkante hoektorens, en waar achtkantige hoektorentjes de oostbouw sierden, bouwde hij twee identieke torens die boven de koepel uitsteken. Ook de bekroning van de koepel werd gewijzigd. De restauratie betekende een ware metamorfose. Vroeger gaven de horizontale daklijnen, de massale westbouw en de koepeltoren de toon aan, thans overheersen de vier torens, die ver boven het oorspronkelijke centrale punt (de koepel) uitstijgen. Deze restauratie is nog altijd zeer omstreden, en geldt als een cause celèbre in de gescheidenis van de monumentenzorg.
In de kerk bevindt zich het 13e-eeuwse praalgraf van de stichters van de kerk, graaf Gerard IV van Gelre († 1229) en zijn gemalin Margaretha van Brabant († 1231). Het is het oudste grafmonument van Europa waarop een echtpaar is afgebeeld. Boven de ingang van de westbouw staat een beeld van Maria en een engel. In de westwand van de noorderzijbeuk bevindt zich een gedenksteen met de volgende tekst: ‘MDCCCXXVII XVI mei MDCCCXCVII dankbare hulde aan den grooten bouwmeester den Roermondenaar Dr. P.J.H. Cuypers hersteller van dit godshuis op diens 70sten geboortedag door het gemeentebestuur van Roermond’.
Munsterplein, kiosk
Deze sierlijke kiosk is een ontwerp van Pierre Cuypers uit 1885. De kiosk staat op de plaats van het huis van de abdis van de Munsterabdij (na de Franse tijd gevangenis). De kiosk is voorzien van een koperen dak en ijzeren smeedwerk van trapleuning en op de verhoging. Het woord kiosk komt van het Turkse woord ‘kiuska’, wat ‘open paviljoen’ betekent. We zien dergelijke houten gebouwen vaak in grote steden: daar worden kranten en snoep verkocht. Met de opkomst van de muziekverenigingen ontstaat de vraag naar concerten in de openlucht. De kiosk leent zich daar goed voor. Grotere steden lieten op pleinen en in parken dergelijke muziekpaviljoens oprichten.
Het ontwerp van Cuypers is niet alleen mooi maar ook zeer functioneel. Het heeft een uitstekende akoestiek. Daarnaast is het speelvlak zo ontworpen dat de muzikanten precies op ooghoogte zitten van de luisteraars. Iedere toeschouwer kan alles goed zien. De materiaalcombinatie van de stenen onderbouw en houten bovenbouw is in mooie harmonie. Het fraaist is echter de toepassing van gietijzer, voor die tijd een modern materiaal. De zuilen en de sierlijke tussenstukken zijn van gietijzer. Deze kiosk past goed in de poging in die tijd om het oude Munsterabdijhof een publieke functie te geven. Tot de Franse tijd, 1790, was de abdijhof omsloten door een muur. Met de restauratie van de Munsterkerk werd de herinrichting van de abdijhof actueel. Er werd gekozen voor een parkachtige structuur met exotische bomen. Zo sierde tot voor kort een sequoia het plein.