Hoofdpagina


 

Beggarden

Ernst A.J. Burke

Laatgotische kapel en langgerekte vleugel (oostelijke topgevel 15e of 16e eeuws) van het voormalige St. Theobald of Beggardenklooster. Dit was al het klooster van de Beggarden vóór 1346. Reeds in de Middeleeuwen was er een Beggardenklooster in de Zwartbroekstraat. Wanneer dit werd gesticht is niet duidelijk, maar zeker is, dat er in het jaar 1322 Beggarden waren in Roermond.

Beggarden waren lekenbroeders die leefden volgens de regels van de derde orde van Sint Franciscus van Assisi. Zij waren rond 1450 wever van beroep. Rond 1580 schijnen de Beggarden het klooster te hebben verlaten. Het wordt dan in gebruik genomen door het seminarie, maar niet voor erg lang. In 1592 stelt de bisschop het pand ter beschikking aan de zusters van het klooster In gen Oij, het tegenwoordige Genooi, aan de rand van Venlo. Hun klooster daar is door binnenlandse oorlogen verwoest. De zusters wonen er echter maar kort en keren terug naar Venlo. De volgende bewoonsters zijn Begijnen van de derde regel van de Heilige Dominicus. Dat is in 1599. Zij dopen het klooster om in ‘Maria-Wee’ (omdat de kapel werd toegewijd aan de Zeven Smarten van Maria), ter herinnering aan hun oorspronkelijke moederklooster, in 1530 door de watersnood weggespoeld. Bijna twee eeuwen blijft het klooster ‘Maria-Wee’ bestaan, tot het in 1784 door Keizer Jozef II wordt opgeheven. Twee jaar later worden de gebouwen verkocht aan diverse particulieren. Tot het kloostercomplex behoort ook een 15e-eeuwse kapel. Deze kapel heeft vanaf 1786 tot in de 20e eeuw gediend als zoutziederij. Het zout werd er, nadat het gestookt was om te zuiveren, gedroogd.