Planologisch Erfgoed
Regime (PER) gemeente Roermond, een vervolg
Willem Cartigny,
okt. 2013
Het was Charlotte Ruijs i die me jaren geleden attent
maakte op een bijzonder pand in zowat haar achtertuin. Charlotte bewoont
met haar man het gemeentelijk monument Varkensmarkt 6/6a. ii
Het grote en monumentale object, centraal gelegen binnen het carré
Varkensmarkt/Markt/Sjietbergske en Bergstraat, dat we gemakshalve zullen
aanduiden met Pakhuis (vanwege de deuren op de verdiepingen in de oostelijke
kopgevel, met een hijsinstallatie in de nok) kent geen enkele status
maar is mogelijk in oorsprong (laat-) middeleeuws, met een vroeg 19e
eeuws casco en jongere kapconstructie.
Eerder dit jaar berichtten we over de dreigende sloop van een monumentale
boerderij van 250 jaar oud in Merum, die weliswaar voorkomt in het PER,
maar door de gemeente bij het opstellen van het bestemmingsplan aldaar
simpelweg over het hoofd werd gezien.iii Het grote
Pakhuis achter de Varkensmarkt komt evenwel niet eens voor in het PER!
Dat is wel heel opmerkelijk aangezien het een zeer opvallend bouwwerk
is voor alle omwonenden van het blok in dit centrale deel van de stad;
en het PER nu juist mede bedoeld was om panden van vóór
1850 zonder status boven tafel te halen.
De foto’s (van Charlotte Ruijs) laten het volgende zien:
Deel van de zuidgevel
zuidwestelijk deel aan het Sjietbergske
uitsnede kaart Herman Janssens uit 1671
noordgevel
Naast het enorme volume vallen een aantal zaken op als de 19e of 20e-eeuwse
gevel aan de oostkant (kant Varkensmarkt), de indeling in 4 traveeën
aan de noordzijde en de daarin geplaatste ronde bovenvensters, met eveneens
oude aanbouwen aan de noord- en noordwestzijde, en de muurankers met
dichtgezette raampartijen op de bovenverdieping aan de zuidzijde.
Minuutplan sectie D 1 (afdruk 1819) Kaart binnenstad Roermond (GAR),
Mr. P.J. Sotiau, 1843
Oude kaarten zoals die van Herman Janssens uit 1671 en de kadasterkaarten
uit begin 19e eeuw tonen een opvallend volume of op zijn minst het oostelijk
deel daarvan.
Uit vergelijking van de kadasterkaart uit 1819, bijgewerkt in 1843,
en latere kaarten (waaronder de nog volgende bouwtekening uit 1940)
valt af te leiden dat het oorspronkelijke Pakhuis kleiner was dan het
huidige volume dat zich uitstrekt tot aan het Sjietbergske. Het op de
kaart links (westelijk) van het met pijl aangeduide ‘pakhuis’
aangegeven volume, een min of meer vierkant bebouwd blok, met een smalle
uitloop naar het oosten, is weliswaar op de kaart getekend als één
geheel, maar bestond in feite uit 4 onderdelen, zoals o.a. blijkt uit
een plattegrond van het GAR, met de datering 1903-1929. Het deel dat
in het verlengde van het oostelijk gelegen Pakhuis lag is kennelijk
later (medio 19e eeuw?) opgenomen in het Pakhuis, waarbij de noord-zuid
lopende gats verdween (de oost west lopende gats, die uitkomt op het
Sjietbergske, bleef tot heden intact).
Daarvoor pleit ook de foto van het zuidwestelijk deel met o.a. de raampartijen
in dat deel. In dit oude fijnmazig geparcelleerde stadsdeel (NW deel
van de oude binnen-stad) vind je veel steegjes en gatsen, die de dicht
op elkaar staande bebouwing doorsnijden.
Dat het huidige, langgerekte oost/west volume oorspronkelijk uit twee
delen bestond valt ook goed te zien op de foto vanaf de noordzijde.
Indien het huidige oostelijk deel overeenkomt met het volume op de kaart
van Janssen uit 1671valt daaruit af te leiden dat het westelijk deel
van (veel) later datum moet zijn. Een zeer globale bena-dering van de
ouderdom van het oudste deel zou dan uitkomen op een datering ergens
tussen beide stadsbranden in, rond 1600 dus. Alleen nader bouwhistorisch
onderzoek zou dit definitief kunnen uitwijzen.
E141 Plattegronden GAR1903-1929
Wanneer precies en met welk doel de beide ooit gescheiden volumes bij
elkaar zijn getrokken moet vooralsnog ook onduidelijk blijven; enkel
een nadere archiefstudie naar de bewoners/gebruiksgeschiedenis zou daarin
uitsluitsel kunnen brengen.
Er is weinig tot niets bekend omtrent de oorspronkelijke functie(s)
van het pand, c.q. van beide onderdelen. Zo zou er eind 19e eeuw een
brouwerij in hebben gezeten iv, en vanaf 1940 zat er
de drukkerij van de gebroeders Pollaert, wier zaak aan de Varkensmarkt
was gelegen. De gebroeders Pollaert zaten in het verzet en hier in het
Pakhuis werd o.a. de illegale krant Trouw gedrukt.
Voor de hand ligt dat het pand, c.q. beide onderdelen, een bedrijfsmatige
of indus-triële oorsprong heeft gehad, gezien de ligging, op een
achterterrein, en omvang. Dat blijkt ook uit een kaart van landmeter
Bingen uit ca 1880. En op de ‘Plattegrond der binnenstad met aantekening
van de functies der gebouwen’ uit 1966 wordt het Pakhuis aangeduid
als ‘fabriek’.
De geschiedenis van het voorhuis, Varkensmarkt 6/6a is door Charlotte
Ruijs uitvoerig beschreven in het al genoemde artikel op deze site.
Daaruit is zijdelings het een en ander af te leiden over het Pakhuis,
dat gedurende in elk geval een deel van de 19e eeuw kadastraal verweven
was met de voorhuizen aan Varkensmarkt 4 t/m 8.
Het stratenblok Varkensmarkt/Bergstraat/Sjietbergske /Markt ligt in
het oudste deel van de stad en het is een nogal gesloten blok waarin,
zoals al opgemerkt, diverse kleine gatsen bestonden en deels nog bestaan.
Dat kon natuurlijk ook niet anders met zo’n groot volume als het
Pakhuis, dat voor zijn bedrijfsmatige activiteiten toch bevoorraad moest
worden.
Er is een bouwtekening uit 1940 die bedoeld was voor een aanvrage bij
B&W om het Pakhuis dat gelegen was achter het winkelpand van de
drukkerij aan de Varkens-markt te gaan gebruiken voor de bedrijfsmatige
drukkerij-activiteiten, met machines en drukpersen e.d. Ook daaruit
is af te leiden dat het volume van het Pakhuis bestaat uit twee delen,
het oostelijk deel waarin dan de machinerieën ondergebracht zouden
worden en het westelijk deel, iets uitspringend naar het zuiden en met
een gats aan de noordwestzijde, dat een magazijnfunctie zou krijgen.
Ook is te zien dat het oostelijke, oude, deel drie lagen plus een zolderetage
bevat; kelders worden op deze tekening niet aangegeven, maar er zijn
meerdere getuigen-verklaringen van grote tongewelven onder het Pakhuis.
Tevens valt goed waar te nemen dat de west/oost lopende gats intact
is gebleven en de noord/zuid lopende gats, zoals die nog voorkwam op
de kaart uit 1843, in het ‘magazijn’ is opgenomen.
Aanvraag in kader Hinderwetvergunning uit 1940
Met betrekking tot het in 2007 opgestelde PER v
kan nog het volgende vermeld worden. Zoals al eerder aangegeven kwam
dit PER voort uit de gedachte daarmee onbekende monumentale waarden
van vóór 1850 op te sporen en te voorkomen dat deze zomaar
zouden verdwijnen.
In het PER zijn een kleine 200 novae opgenomen. Een novum (nieuw gegeven)
is een pand met dominante monumentale waarden waarvan dit voorheen (vrijwel)
niet
bekend was. Veelal zijn dit panden van vóór 1850, maar
niet uitsluitend. In elk geval zijn het objecten zonder enige status
maar wel alle met uitdrukkelijk monumentwaar-den; tamelijk vogelvrij
dus, tenzij het PER adequaat gebruikt wordt om die waarden te beschermen
indien ze bedreigd worden. In veel gevallen gaat het om panden die zonder
meer een rijks – of gemeentelijke monumentstatus waard zijn, soms
zelfs veeleer dan bestaande rijks- of gemeentelijke monumenten. Slechts
een enkel pand uit deze categorie heeft sedert de vaststelling van het
PER in 2007 een gemeente-lijke monumentenstatus gekregen vi,
verreweg de meeste niet. Sommige waardevolle objecten van vóór
1850 zijn sinds 2007 reeds verdwenen.
We mogen er van uit gaan dat wanneer een monumentaal en groot object
als het Pakhuis door de opstellers van het PER in 2007 over het hoofd
is gezien, er veel meer - kleinere en minder opvallende - objecten niet
zijn waargenomen en geïnventariseerd en dus niet in het PER voorkomen
vii.
De conclusie mag dan ook zijn dat het PER noch compleet is noch functioneert
waarvoor het bedoeld heette te zijn, namelijk voorkomen dat onbekend
monumentaal erfgoed zomaar verdwijnt.
De inventarisatie die eraan ten grondslag ligt kent manco’s en
de gemeente gebruikt het PER niet of onvoldoende bij de opstelling van
bestemmingsplannen of ander planologisch beleid. Dat belooft weinig
goeds voor de vele onontdekte waardevolle bebouwing uit vroeger eeuwen.
Wat vooral ook duidelijk mag zijn is dat een bijzonder monumentaal en
groot volume als het Pakhuis binnen de oude stad zonder meer een nadere
inventarisatie in de vorm van een CHAW (cultuurhistorische analyse en
waardestelling) verdient.
----------------------------------------------------------------------------------------
i Dit artikel kwam mede tot stand dankzij aanvullend
(beeld)materiaal van de zijde van Charlotte Ruijs en Ferd Pollaert.
ii Zie http://www.historieroermond.nl/varkensmarkt6/zomaareenhuis.htm
iii Zie http://www.historieroermond.nl/merum-boerderij/boerderij-Merum.htm
iv En mogelijk ook in de 17e eeuw. Het artikel genoemd
in noot ii geeft aanknopingspunten voor het bestaan van een brouwerij
achter de toen in de Bergstraat gelegen herberg De Wolfskeel. Of zoals
de Utrechtse bouwhistori-cus Bart Klück, op dit punt om advies
gevraagd, het formuleerde: “…valt al direct op dat de functie
als brouwerij heel plausibel is als je de dichtgemetselde openingen
in de zolderborstweringen aan beide langsgevels ziet. Die waren oorspronkelijk
ongetwijfeld bedoeld om ventilatie te verzorgen voor een graanzolder”.
v Het PER werd opgesteld door Res nova en is een boeiend
overzicht van bekende en deels nieuw ontdekte monumentwaarden in de
diverse onderdelen van de gemeente, maar kent ook enkele merkwaardige
contradic-ties, zoals een enkele dubbeltelling of niet consistente waarderingen
(in de ene kolom krijgt dan een pand als regime de waardering dominant,
in de andere beeldondersteunend, dat kan niet samengaan).Ook worden
enkele kleinere stadsdelen als Voorstad, De Weerd en Leeuwen gemist
in het pandenoverzicht.
vi bv. van de Markstraat 8 werd begin 2012 een bouwhistorisch
onderzoek opgesteld (door Birgit Dukers en Bart Klück); het pand
werd mede op grond daarvan in de loop van dat jaar aangewezen als gemeentelijk
monument.
vii Alleen al in dit ministadsdeel in het oude centrum
valt te constateren dat er veel oude gebouwen liggen die uit erfgoedoogpunt
(zeer) interessant zijn, maar in het PER volstrekt ontbreken. Zie ook
de foto van de noordgevel.