Roermond
een van de oudste centra van aardewerkproductie
Foto's
Henri Haenen
Bron: Roermond dichtbij 2013-12-02 op facebook
Roermond
was al heel vroeg een centrum van aardewerkproductie. Lang voordat andere
steden als Venlo, Tegelen, Maastricht of Sittard een dergelijke industrie
opbouwden, floreerde die in Roermond al sinds de stichting van de stad.
Dat bleek vandaag toen de Werkgroep Archeologie Roermond een lijvige
inventarisatie van vondsten uit opgravingen overhandigde aan wethouder
Gerard IJff. Het rapport Roermond centrum aardewerkproductie ,Roermondse
Rijkdom' omvat alle archeologische opgravingen die de afgelopen 30 jaar
in Roermond zijn gedaan. Uit de vondsten blijkt dat Roermond als een
van de eerste steden in Nederland een eigen en florerende aardewerk-industrie
had.
Die dateert
al vanaf de stichting van de stad door de Graaf van Gelre, in de 13de
eeuw. Op een tafel in de kamer van de wethouder werden vanmiddag een
aantal vondsten tentoongesteld. Het oudste gevonden stuk is een kan
uit 1175, gemaakt van uit licht niet ijzerhoudend leem. Die is in de
Luifelstraat gevonden. Volgens voormalig stadsarcheoloog van Nijmegen
Jan Thijssen markeert deze vondst het begin van een ontwikkeling naar
steengoed, omdat het toen mogelijk werd om bij hogere temperaturen te
bakken. De kan was gedecoreerd met ijzerverf, in die tijd heel gewoon.
De industriële
ontwikkeling voor de productie van dit soort aardewerk begon in de omgeving
van Keulen, in de 12de eeuw. Al gauw waren er soortgelijke industriële
werkplaatsen in Schinveld en Brunssum. Tot nog toe was bekend dat met
name in Elmpt en Schinveld / Brunssum productieplaatsen waren voor aardewerk.
Nu is bewezen dat ook Roermond een dergelijke industrie had, al vanaf
het begin van het bestaan van de stad.En
wel ver voordat andere steden dit voorbeeld volgden. Steden als Den
Bosch en Utrecht bijvoorbeeld hadden pas een keramische productie-industrie
na de Middeleeuwen. Ook Tegelen en Venlo, die nu bekend staan om hun
keramische industrie, volgden pas eeuwen later na Roermond. Niet eerder
dan rond 1400 / 1450, aldus Thijssen.
Centrum
van aardewerkproductie
Roermond
was anders gezegd al heel vroeg een centrum voor aardewerkproductie.
Roermond maakte toentertijd deel uit van Gelre, en dit graafschap stond
in Europa bekend als zeer ondernemend. Roermond was een van de steden
die dit ondernemerschap uitdroegen.
De afgelopen
30 jaar groeven amateurarcheologen in Roermond maar liefst 37.000 historische
vondsten op, zei archeologe Yvonne la Rue. Die vondsten dateren van
de 12de eeuw tot nu. Het gaat daarbij vooral om aardewerk. Wat de afgelopen
decennia gevonden is, werd geïnventariseerd en geclassificeerd,
en beschreven in het lijvige boekwerk, dat vandaag aan IJff werd gegeven.
Unieke
inventarisatie van vondsten
En
dat is uniek. Er zijn maar heel weinig steden die überhaupt begonnen
zijn aan zo’n inventarisatie, zei Thijssen. IJff zei dat bijvoorbeeld
in Maastricht nog niet eens een begin is gemaakt met zulk een boekwerk
en een dergelijk inventariserend onderzoek. Het voordeel van de inventarisatie
is dat je nu verbanden kunt gaan leggen en aan de hand daarvan heel
veel te weten komt over de geschiedenis van de stad. ,,Veel is 30 jaar
geleden al gevonden’’, zei Thijssen. ,,Nu pas zien we hoe
belangrijk dit allemaal is.’’
Schaatsen
op zijn middeleeuws
Archeologe
Yvonne la Rue wijst op een bot dat op tafel ligt. Het bot is aan de
uiteinden doorboord. ,,Het gaat om een oude middeleeuwse schaats’’,
verbaasde La Rue haar toehoorders. ,,Door de gaten werd een leren riem
gehaald, en je kunt zien dat het bot aan een kant is afgeschuurd. Er
werd op de vennen langs de Roer mee geschaatst.’’
Aan de hand
van de vondsten kun je zeggen hoe de mensen in Roermond geleefd hadden,
wat hun sociale status was, of ze veel contacten met andere windstreken
hadden en welke modes ze volgden, zei La Rue.
Globalisering
Aardig
is ook hoeveel parallellen je kunt trekken met de huidige tijd. Volgens
Thijssen begon de globalisering al rond 1600 met de invoering of het
namaken van Chinees porselein. Dat gebeurde toen vooral rond Amsterdam.
In Roermond werd rond die tijd veel geïmporteerd vanuit Italië
en Spanje. Een van de vondsten in de dikke map laat een afbeelding zien
van een vetvanger uit Noord-Frankrijk uit die tijd. Ook gemaakt van
niet ijzerhoudend leem, wat de lichte kleur verklaart. Zo’n vetvanger
geïmporteerd uit verre oorden verwijst waarschijnlijk naar de sociale
toplaag – wie anders kon zich zoiets permitteren. Verder zijn
er in Roermond veel Duitse producten gevonden. Vanaf 1760 komt veel
porselein uit Engeland, waar dan de industriële revolutie begint,
en porselein in grote hoeveelheden geproduceerd wordt.
Georiënteerd
niet op Holland, maar op België
Roermond
reageerde op internationale ontwikkelingen, blijkt uit de vondsten.
Uit de aard van de vondsten blijkt dat de bewoners niet reageerden op
ontwikkelingen in Holland, maar wel op die in België. Dat geeft
aan dat Roermond toen erg op het huidige België gericht was. (en
op Duitsland! ChR)
Na inventariseren
volgt interpreteren
Nu
de inventarisatie rond is, volgt fase 2. Uit al die vondsten kun je
een soort legpuzzel maken aan de hand waarvan je de geschiedenis van
de stad kunt beschrijven, en wel in heel veel opzichten. Bijvoorbeeld
de cultuur, de standen, import en export, de rijkdom van de stad, noem
maar op. Hoe ontwikkelde de stad zich zowel in ruimte als economisch.
Welke verschuivingen vonden er door de eeuwen heen plaats. Hoe alert
reageerde Roermond op ontwikkelingen elders.
De gegevens die nu op een rijtje gezet zijn worden nu dus geïnterpreteerd.
Dat gaat ook weer een hele tijd duren, misschien wel net zo lang als
het opgraven en inventariseren zelf, bleek vanmiddag tijdens de bijeenkomst
op het stadhuis.
Al in de
6de eeuw woonden hier mensen
Hoewel
het leeuwendeel van de vondsten dateert vanaf de stichting van de stad
ergens rond 1224, hebben de archeologen ook oudere zaken gevonden. ,,We
kwamen steeds opnieuw kleine zwerfstukjes tegen, die voor een belangrijk
deel stammen uit de Merovingische en Karolingische periode’’,
zei Thijssen. ,,Zo vonden we bij de Karthuis een Merovingische scherf
uit de 6de of 7de eeuw. Dat betekent dat de streek rond het huidige
Roermond al eeuwen voor de stichting van de stad bewoond was.
Quanta
costa?
Overigens
heeft de gemeente een subsidie van bijna 86.000 euro verstrekt voor
het samenstellen van het overzicht en de inventarisatie van archeologische
vondsten. De Stichting Rura deed daar nog eens 12.000 euro bij. De opgegraven
vondsten gaan nu naar een provinciaal depot.