Sloop monumentale
boerderij te Merum, ofwel: heeft de gemeente zitten slapen?
Zoals in een artikel van Jo Schreurs in het septembernummer van Ruimtelijk
te lezen viel moet een monumentale boerderij van 250 jaar oud te Merum
(Gerbergaweg 2) plaatsmaken voor nieuwbouw.
Hoe kan dat, heeft de gemeente wellicht zitten slapen? Of had ze niet
kunnen weten dat dit een zeer monumentaal object is?
Vanaf het begin van haar bestaan, eind vorige eeuw, heeft Stichting
Ruimte aandacht gevraagd voor niet beschermde objecten van vóór
1850.
Die datum van vóór 1850 had te maken met de verschillende
monumentenlijsten die in het verleden zijn opgesteld door met name de
Rijksdienst. De eerste dateerde uit de jaren zestig (Monumentenwet 1961)
en omvatte voornamelijk panden van vóór 1850.
In de jaren negentig ging het Monumenten Inventarisatie Project (MIP)
van start, dat een nadere inventarisatie inhield van panden uit de periode
1850-1940 en via het volgende Monumenten Selectie Project (MSP) leidde
tot de aanwijzing van een groot aantal rijksmonumenten uit deze periode
(in Roermond betekende dat een uitbrei-ding van de rijkslijst van rond
150 naar ong. 240 panden).
Toch bleek dat er in de oude kernen van de gemeente steeds weer panden
opdoken die op geen enkele lijst voorkwamen en dus geen bescherming
hadden terwijl ze die wel zonder meer waard waren. Dat waren vooral
panden uit de periode vóór 1850 omdat die eerste inventarisatie
indertijd nogal uit de losse pols was gedaan en veel erfgoed over het
hoofd was gezien. Veelal had er enkel een oppervlakkige beschou-wing
vanaf de straatzijde plaatsgevonden. Daarmee zie je uiteraard niet wat
er achter (vaak nieuwe) gevels schuilgaat.
Om het probleem te tackelen van erfgoed dat steeds weer met sloop bedreigd
werd omdat niet bekend was wat er achter de gevels zit, heeft Stichting
Ruimte zeer vaak bij de gemeente aan de bel getrokken om een structureel
onderzoek (en nadere bescherming op grond daarvan) van dit, niet eerder
geïnventariseerde, erfgoed van vóór 1850. De gemeente
zegde steeds toe er werk van te maken maar er kwam niets van terecht,
ook gezien de omvang van de klus.
Tot ze dacht de oplossing voor het probleem te hebben gevonden, nl.
via een zgn. Planologisch Erfgoedregime (PER). Dat is geen alomvattende
inventarisatie per pand dat daarvoor in aanmerking zou komen, maar “….het
onderzoek omvat een inventari-satie en waardering van alle panden, hoogwaardig
groen, karakteristieke (religieuze) elementen en historische infrastructuur.
Belangrijk was om inzicht te geven in de ‘verborgen waarden’:
bij welke panden kan men een rijk interieur of een oudere kern verwachten.
Op basis van deze inventarisatie is een gedetailleerde waardenkaart
opgesteld.” [ i ]
Op grond hiervan kon dan tijdig ingegrepen worden als zich ergens planologische
ontwikkelingen voordeden waarbij bijzonder erfgoed werd bedreigd. Althans
dat was de bedoeling.
De praktijk, o.a. van de Gerbergaweg, leert kennelijk anders. Want wat
valt er te vinden in de in 2007 opgestelde PER over de Gerbergaweg te
Merum:
Het ‘ja’ in de laatste kolom slaat op de categorie ‘monumentaal’
en het rood (dominant) geeft aan dat het om de hoogste monumentale waarden
gaat! Het staat dus gewoon in gemeentelijke documentatie, maar kennelijk
doet de gemeente, daar niets mee en wordt er bij nieuwe ontwikkelingen,
zoals het bestemmingsplan in Merum, niet gecheckt op die monumentale
waarden. Wat heeft het dan voor zin zo’n PER op te stellen?
Kortom, de gemeente heeft zitten slapen en zijn voorbereidend werk voor
dit bestem-mingsplan slecht gedaan; want in dat bestemmingsplan staat
hier helemaal niets over! (De veronderstelling dat het de gemeente bij
de vaststelling van het bestem-mingsplan in 2011 goed uitkwam om de
andere kant op te kijken – de verplaatsing van het boerenbedrijf
diende ook andere belangen – zullen we maar even niet hardop uitspreken).
Er had op zijn minst een zgn. CHAW (cultuurhistorische analyse met waardenstelling)
moeten worden opgesteld om de aanwezige historische waarden nader te
omschrijven.
Dat het misging is niet voor de eerste keer en zal ongetwijfeld ook
niet voor de laatste keer zijn. Valt er nog wat aan te redden? [ ii
]
Natuurlijk, als de gemeente haar fout inziet en die herstelt door alsnog
werk te maken van een monumentenstatus, die dit zeer oude pand zonder
meer verdient (en Merum heeft sowieso al niet veel beschermde panden).
Het bestemmingsplan laat gewoon een woonbestemming toe voor dit pand,
dus daar hoeft het probleem niet te liggen. En het is niet meer van
deze tijd om een monumentale boerderij te slopen bij functieverlies,
er worden vele oude boerderijen herbestemd tot woonhuis; moet hier ook
kunnen.
In dat geval hoeft de slooplijst van monumentaal erfgoed dat deze eeuw
reeds in Roermond gesloopt is, en al tientallen objecten omvat (!),
niet opnieuw uitgebreid te worden.
Boerderij te
Merum (foto Harry Segers)
Willem Cartigny, sept. 2013
i uit de Cultuurhistorische basisinventarisatie Gemeente Roermond.
Dit regime werd in 2007 opgesteld door Res nova
ii toen Ruimte, na aandrang van ondergetekende, bij de gemeente navraag
deed naar de gang van zaken was de verwachte Pavlovreactie: pand is te
onderkomen. Maar dat is wel erg doorzichtig, er zat tot voor kort een
boeren-bedijf is en slechts een nader bouw(hist.)onderzoek kan uitsluitsel
geven over eventueel noodzakelijke herstel-mogelijkheden