Kunstschat
in keldertje
door Hans Straus
Bron: De Limburger 17 maart 2011
Onderzoeksbureau
SOB Research presenteerde 16 maart 2011 in Roermond de grootste archeologische
glasvondst ooit in Nederland. Ongeveer 1,5 miljoen glasfragmenten, waarvan
8400 ‘uiterst zeldzame’ stukken gebrandschilderd glas uit
de dertiende tot en met de zestiende eeuw.
Op de hoek van de Dionysiusstraat en de Heilige Geeststraat in Roermond
is een keldertje waarin archeologen in december 2009 onder een laag
modder 1200 kilo glas hebben gevonden. Wat aanvankelijk een onooglijke
hoop scherven leek, bleek na nader onderzoek een ware kunstschat te
zijn. Archeoloog Jente van den Bosch van SOB en kunsthistorica Silvia
Pellemans van de gemeente Roermond kunnen hun enthousiasme nauwelijks
verbergen als ze over de vondst spreken.
Op
de genoemde plek moet zich in de zestiende eeuw een bedrijfje hebben
bevonden dat aan recycling deed van glas. Kleine stukjes werden er omgesmolten
tot nieuwe ramen.Wat in de kelder is gevonden moet de voorraad om te
smelten glas zijn geweest. Met name de 8400 gebrandschilderde fragmenten
- ter vergelijking; de tot nu toe grootste vondst telde er in 1999 (Zutphen)
6000 - zijn volgens beide wetenschappers van onschatbare waarde. Van
den Bosch: „Je vindt in Nederland en België echt geen gebrandschilderd
glas uit de dertiende en veertiende eeuw meer in gebouwen. Je kunt ervan
uitgaan dat het glas in deze kelder werk vertegenwoordigt van honderden
verschillende kunstenaars uit Nederland, België en Duitsland. Glas
dat uit kerken en kloosters is gekomen, maar ook van bij mensen thuis.
In de zestiende eeuw werd een gebrandschilderde voorstelling op glas
vaak als huwelijkscadeau gebruikt. Hier gaan kunsthistorici de komende
jaren nog hun tanden op stuk bijten.” Silvia Pellemans is zo’n
kunsthistoricus. Zij is betrokken geweest bij gesprekken tussen de provincie
Limburg - bij wet eigenaa van de vondst - de Rijksdienst voor Cultuurhistorisch
Erfgoed en de gemeente Roermond. „Iedereen is het er over eens
dat dit een vondst is van nationaal belang.Wij hopen dan ook op bijdragen
van provincie en Rijk bij het in kaart brengen van de scherven en het
zoveel mogelijk bijeenbrengen van losse stukken. Maar het is een puzzel
zonder voorbeeld, dus hier hebben we nog jaren werk aan.” Jente
van den Bosch hoopt eind dit jaar de database klaar te hebben van de
vondst. „Het doel is om de vondst toegankelijk te maken voor het
publiek via de website van de provincie Limburg. De fragmenten zelf
gaan naar het provinciaal depot in Maastricht.” Van Pol Monumenten,
projectontwikkelaar ter plaatse, is opdrachtgever van het onderzoek
en heeft enkele tienduizenden euro’s uitgegeven aan de vondst.
„Nu is het zaak dat Rijk, provincie en gemeente bijspringen. Je
kunt dit niet alleen aan een projectontwikkelaar overlaten. Dit gaat
nog eens ’n halve ton kosten”, zegt Van den Bosch. Jente
van de Bosch van SOB Research geeft tekst en uitleg bij de unieke collectie
glasfragmenten met afbeeldingen van mensen, landschappen, stichtelijke
teksten en demonen.
De foto toont
de vindplek.
foto’s Jeroen Kuit en SOB