Bisschoppelijk Paleis.
De opeenvolgende functies van dit "hof" zijn vanaf de oprichting
in 1666 (na de 2e grote stadsbrand) geweest:
- Bisschoppelijk Paleis, in de periode vanaf de oprichting in 1666 tot
1792, met als laatste bisschop van het 1e Roermondse Bisdom Philippus
Damianus, Rijksgraaf van en tot Hoensbroek
- militair hospitaal
- magazijn
- kazerne
- paleis van justitie, van 1821-1996.
Kleine onderdelen van het paleis zijn van elders afkomstig. Zo is de
ingangspartij in de oostgevel te dateren uit de 1e helft van de 17e
eeuw en wel op stilistische gronden; waar dat deel vandaan komt is onbekend.
De pijnappels op de hekpijlers aan de H. Geeststraat zijn waarschijnlijk
afkomstig van het stadhuisbalkon en de geblokte poortomlijsting van
de vm stal uit 1821 (zie onder Arresthuis) is afkomstig uit het vm Jezuïtenklooster.
Waar de resten gebleven zijn van de kostbare schouw met wapen van Van
Hoensbroek, die jarenlang op zolder hebben gelegen, is helaas onbekend.
In het rapport Van Traa wordt vermeld dat delen van deze bijzondere
schouw zich op de zolder van het paleis bevinden, en in het rapport
Kamphuis uit 1999 wordt dat bevestigd (het betreft twee, beschadigde,
stucpanelen van deze schouw). Inmiddels zijn die onderdelen dus verdwenen.
Van Traa beveelt overigens aan de schouw bij gelegenheid van een nieuwe
bestemming te reconstrueren vanwege het geschiedkundig en cultuurhistorisch
belang.
Arresthuis
Het gevangenisgedeelte bestaat achtereenvolgens uit de volgende onderdelen:
- complex aan de Pollartstraat met achterbouw, gebouwd in de periode
1858-1863;
- uitbreiding uit de periode 1913-1916 van met name de vleugel aan de
Dionisiusstraat en het archiefgebouw aan de Pollartstraat;
- stalgebouw op de hoek H. Geeststraat/Dionisiusstraat uit 1821;
- ringmuur, deels uit 1860, deels uit 1915.
Deze delen zijn tevens, samen met het vm Bisschoppelijk Paleis, de meest
waardevolle en monumentale onderdelen van het totaal, die behoud en
hergebruik verdienen en inmiddels ook, in elk geval voor het grootste
deel, voorgedragen zijn voor rijksbescherming.
Voor het Bisschoppelijk Paleis, dat al veel langer rijksmonument is,
mogen die waarden duidelijk zijn, Kamphuis voegt er nog aan toe dat
het vermoedelijk "... een van de weinige nog overgebleven en redelijk
goed bewaard gebleven bisschoppelijke paleizen in Nederland" betreft.
Ook het interieur heeft een hoge monumentwaarde (p. 13).
Voor de tuinmuur met poort a.d. H. Geeststraat geven beide rapporten
aan dat ze gerestaureerd zou moeten worden, met name naar de oorspronkelijke
hoogte (de muur is in de jaren '50/'60 deels vernield i.v.m. de uitbreiding
van de Rechtbank).
Kanselarij
Het in waterstaatsstijl opgetrokken Huis van Bewaring aan de Pollartstraat
krijgt bijzondere vermelding van Kamphuis, gezien de hoge waarde als
enig overgeblevene van 3 identieke complexen uit medio 19e eeuw; naast
Roermond waren dat nog Goes en Dordrecht. "De gevangenis in Roermond
vervulde hierbij een voortrekkersrol", meldt Kamphuis nog. (p.
27)
Op de plek van dit deel aan de Pollartstraat lag voor de oprichting
van de gevangenis in 1853 de vm Griffie of Kanselarij van het Hof van
Gelder. Op de kadastrale kaart uit 1843 staat die nog als bebouwing
ingetekend. In 1858 zijn die opstallen gesloopt, afgezien van een aantal
kelders en putten.
Het bouwvolume van die vm Kanselarij komt min of meer overeen met dat
van het nieuwe Arresthuis uit medio de 19e eeuw, maar het is onwaarschijnlijk
dat delen daarvan gebruikt zijn bij de nieuwbouw. Het is echter niet
helemaal uitgesloten dat onderdelen van de kelders van dit gevangenisdeel
nog afkomstig zijn van de vm Kanselarij. Kamphuis maakt geen melding
van deze mogelijkheid, c.q. heeft dit niet onderzocht.
Toekomst
Het grote, midden in de binnenstad gelegen complex, staat inmiddels
leeg. Gezien de omvang en de grote monumentenwaarden zal het niet simpel
zijn een passende herbestemming te vinden die ook stedebouwkundig verantwoord
is. Gedacht wordt o.a. aan een woon-zorgcomplex gekoppeld aan verzorgingshuis
De Pollart, een kantorenbestemming dan wel een combinatie. Gezien de
gesloten structuur van het gebied zal op de een of andere manier ingespeeld
moeten worden op dit binnenhof-karakter. Vanwege de armoe aan groen
in de binnenstad zal zo mogelijk ook hiermee rekening gehouden moeten
worden. Kortom, een vooral ook architectonische uitdaging.
Bronnen o.a.:
- 'Bouwhistorische documentatie en waardebepaling Gerechtsgebouw Roermond,
ir. P.C. van Traa, 1988
- 'Bouwhistorisch rapport Justitieel complex Roermond',
bureau Kamphuis, 1999.
W. Cartigny, okt. 2000