Hoofdpagina

 


 

 

THEO COX (ca. 1850 – 1915)

Bron: http://theocox.atspace.com/

Dit artikel gaat over een Roermondenaar die in het verleden een bekend persoon was in zijn geboortestad, maar die desondanks in de vergetelheid is geraakt. Het betreft de kunstsmid Theodorus Hubertus Cox, in de volksnaam “Thei” Cox. De foto’s die bewaard zijn gebleven van deze man en zijn gezin, geven een boeiend beeld van het leven in Roermond tussen pakweg 1880 en 1910, zodat het de maker van deze site (een achterkleinzoon van de hoofdpersoon) een aardig idee leek om op dit gegeven een website te bouwen. Links ziet u een door Theo Cox in brons uitgevoerde roos, geplaatst op een stuk marmer.

 

 

 

 

Over het geboortejaar van de hoofdpersoon van deze site is niets met zekerheid bekend. Wel staat vast dat Theo Cox in 1915 is gestorven in zijn geboorteplaats Roermond. Van beroep was Cox kunstsmid en hij was in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het in koper en brons drijven van beelden en altaren voor kerken, maar zijn activiteiten strekten verder dan alleen dat. Zo richtte hij in 1871 samen met zwager Jean Geelen op de Godsweerdersingel te Roermond de kachelpijpenfabriek Cox-Geelen op, die nog steeds bestaat onder de oorspronkelijke naam en die thans is gevestigd in Eijsden. Op het gebied van de afvoer van dampen en gassen heeft Theo Cox enkele uitvindingen op zijn naam staan die nog steeds in bijna iedere keuken zijn terug te vinden.

Cox voelde zich echter op de eerste plaats kunstenaar, zoals u kunt zien op de foto hieronder, uit 1894, waar hij trots poseert naast een door hem in koper gedreven Christoffelbeeld, dat jarenlang in een baldakijn van de toenmalige, neogotische toren van de Roermondse Sint-Christoffelkathedraal stond. Het beeld was gemaakt naar een ontwerp van Cox’ zwager Jean Geelen en het werd in 1894 in de toren geplaatst, die in de plaats was gekomen van de barokke torenspits die twee jaar eerder bij een blikseminslag afbrandde. Helaas sneuvelde de nieuwe toren inclusief het Christoffelbeeld nog geen dertig jaar later, tijdens een zware storm in 1921, toen de spits afwaaide. Het vervolg van de geschiedenis van de kathedraaltoren is triest: eerst ging de laatste als peperbus door het leven, totdat de toren op het einde van de Tweede Wereldoorlog, vlak voor de bevrijding van Roermond, in maart 1945 door de terugtrekkende Duitsers volledig werd opgeblazen, de kathedraal als ruïne achterlatend.

 

 

 

 

 

 

Op de afbeelding hieronder van de Roermondse Markt met kathedraal, uit de eerste helft van de negentiende eeuw, kunt u zien hoe deftig de Markt er toen uit zag en hoe harmonieus de barokke toren van de kathedraal mengde in het stadsbeeld. Na de torenbrand in 1892 veranderde deze aanblik totaal. Op de kathedraaltoren werd een nieuwe, neogotische spits geplaatst met een heel ander silhouet, hetgeen u ziet op de foto ernaast, waar ook het baldakijn zichtbaar is waarin het hierboven getoonde Christoffelbeeld was geplaatst. Ondertussen deden moderne bouwstijlen hun intrede bij de bebouwing van de Markt.

Een ander kunstwerk dat door Theo Cox en Jean Geelen werd gemaakt was het kolossale Christusbeeld dat nog steeds op de top van de toren van de Paterskerk te Eindhoven staat. Op de foto hieronder zien we hoe het beeld op de toren werd gehesen, een hele onderneming, want het gevaarte woog maar liefst 800 kg. In die dagen bestonden er nog geen hijskranen, zodat met speciale takels en een stel bomen van kerels moest worden gewerkt, een hachelijke onderneming, vandaar dat het beeld de bijnaam “Jezus waaghals” kreeg. Op de foto uit maart 1898 zien we aan de linkerkant Theo Cox, omringd door twee van zijn zonen en rechts ook zijn zwager Jean Geelen, een beeldhouwer uit Roermond, die het ontwerp voor het beeld heeft gemaakt en tevens de houten mal waarop door zwager Cox het koper werd gedreven.


Omdat de inkomsten uit kunstwerken waarschijnlijk te gering waren zien we de twee zwagers Theo Cox en Jean Geelen reeds vanaf 1871 samenwerken in een onderneming, de kachelpijpenfabriek Cox-Geelen, die aanvankelijk was gevestigd aan de Godsweerdersingel te Roermond. Theo Cox was een voortvarend iemand. Hij reisde heel Europa af om onderdelen en machines voor zijn bedrijf te verwerven. Onderstaande foto is in 1888 gemaakt tijdens de Wereldtentoonstelling in Brussel. Daarnaast zien we Cox´ eerste vrouw Maria Agnes Hubertina Geelen, die omstreeks 1885 overleed, een fraaie Carte de Visite in Victoriaanse Stijl.

Hieronder Theo Cox in zijn Benz automobiel, door hem in 1898 gekocht. Het was de eerste automobiel in Roermond en een van de eerste in het hele land, want de eerste automobielen (Daimler versus Benz) deden rond 1886 hun intrede. Over voortvarendheid gesproken! Als Theo Cox met zijn rijtuig door Roermond reed dan trok dat overal veel bekijks. Op onderstaande foto uit 1898 zien we hem samen met zijn tweede vrouw Agnes Walraeven (Cox’ eerste vrouw overleed tijdens een griepepidemie, omstreeks 1885) en zoon Frans, voor hun zaak op de Godsweerdersingel, die in die dagen nog geen bestrating had. Het vehikel op de foto haalde een maximum snelheid van 30 km. per uur en dat was een hele prestatie in die tijd!


Ter vergelijking ook een moderne afbeelding, in kleur, van hetzelfde model auto, zodat u een betere indruk ervan krijgt, want de oude foto is helaas zwaar aangetast door schimmels. Theo Cox kocht Karl Benz' model Velo uit 1894 (de datering 1900 op de foto is misleidend en betreft waarschijnlijk het bouwjaar van de afgebeelde automobiel). De motor had een cylinder van 1045 cc. Dit leverde een vermogen op van 3,5 pk bij 500 toeren. De Velo woog ca. 400 kg. De wielen van de vierwieler hadden net als bij een fiets spaken, het gevaarte moest aangezwengeld worden. Op de zondagse uitjes van de familie vertrok de auto het eerst van allen en pas een uur later stapte de rest van de familie op de fiets, zodat men tegelijkertijd op de plaats van bestemming aankwam. Er ging onderweg namelijk vanalles mis met de automobiel en de fietsers hadden gewoonlijk een voorsprong op de auto! En soms kwam men elkaar onderweg tegen. Dan moest er weer eens geduwd worden, wanneer de wagen bij een helling was blijven stil staan of er een omgevallen boom in de weg lag die mankracht vereiste. Mooie wegen als wij die tegenwoordig kennen had je in die dagen nog niet. Wanneer men ‘s avonds naar huis terugkeerde was het weer de automobiel die als eerste vertrok. De fiets was dus wel zó veilig!


Hieronder nog twee foto’s van de tweede automobiel van Theo Cox, die een indruk geven van de welvaart die het bedrijf Cox-Geelen tot stand had gebracht in huize Cox. De volgende generatie Cox, met name de dames, (waaronder mijn oma Adele Cox) ging chic gekleed en het kwam hen duidelijk aan niets tekort. Deze “jonge” generatie bezat helaas niet de energie en de doortastendheid van hun vader en het is niet verwonderlijk dat het door de laatste opgebouwde kapitaal, hij bezat bovendien vele panden in de binnenstad van Roermond, op een gegeven moment op raakte. Het is aan het doorzettingsvermogen van Theo’s kleinzoon Huub Cox te danken dat het bedrijf na de Tweede Wereldoorlog weer opbloeide. Het was toen gevestigd in Maastricht en later in Eijsden, waar het nog steeds voortleeft, zie http://www.coxgeelen.nl

 

Hier nog enkele kiekjes van de familie. Op de door mijn grootvader Frans Reijnaerdts (de latere schoonzoon van Theo Cox) gesigneerde foto zien we rechts Theo Cox op latere leeftijd, sportief gekleed. Er was veel sportiviteit in de familie, de zoons waren net als Frans Reijnaerdts lid van de door de laatste opgerichte wielervereniging “All Right”, die nog decennia lang heeft bestaan. Hieronder twee foto’s van deze fietsclub. Zie ook op wat voor fietsen men toen reed! Van sportkleding had men blijkbaar nog nooit gehoord. Die mannen zullen tijdens fietstochten wel flink last gehad hebben van steenpuisten op hun zitvlak en kramp in de kuiten vanwege de bouw van de toenmalige fietsen, in een tijd toen de Tour de France juist zijn intrede deed.

 

(theocox.atspace.com)