Hoofdpagina

Hanzestad
Roermond

Hanze-steden

Vertaling
Hanse-akte

 

Vertaling Hanse-akte met hulp van Ronald Grootveld en Gerard v.d.Garde
GA Arnhem, Oud Archief Arnhem, inv.-nr. 1075, fol. 36r+v (Anno 1437+1438):

Copia eens briefs mit der stat segell van Zutphen besegelt dat onse stat in der duytzscher henze ontfangen en angenomen is.

1438 Wij burgermeisteren, scepenen ende rade der stat van Zutphen doen kont apenbaerlich tugende, dat onss die ersame herren burgermeisteren ende raet der stat Lubeke rades sendebaden der stede Hamborch, Luneborch ende Wiszmer enen brieff gesant hebn inhaldende mit der superscripsien ende subscripsien als hierna bescreven staet.
“Den ersamen voirsichtigen wijsen herren burgemeisteren, scepenen unde radmannen der stat Zutphen, onsen besunderen gueden vrienden; burgermeisteren unde raetmannen der stat Lubeke; unde rades sendebaden der stede Hamborch, Luneborch unde Wiszmer, nu ter tijt bynnen Lubeke to daige vergadert, unsen vrundliken gruet unde wes wij guetz vermoegen to voeren. Eersamen heren, guden vrunde, soe alse gij den heren deme rade to Lubeke onsen vrienden negest hebben verschreven, biddende unde begerende dat de van Ruremunde unde Arnheim mit onss in de dudeschen henze komen und ontfangen muchten werden omme des besten unde nutticheit willen, alsoe gij ...n iuweme breve beroren... mit meer woerden, hebben wij woll vernomen unde begeren iuwer leve weten dat wij darin gesproken hebben also, dat wij unde de anderen henze stede desulven van Ruremunde unde Arnheim mit onss in der dudeschen hense gherne willen hebben unde alse int erste de stede van der dudeschen hense sick hir to Lubeke to daige vergaderen unde wij iw sulken dach to scriven dat denne juwe sendebaden - der van Ruremunde und der van Arnheim sendebaden - mit sick hir ter dachvart bringen, soe schal men de genanten stede Ruremunde unde Arnheim annemen unde se mit ons in den henze ontfangen soe sedelich unde wontlik is, unde wij annemen unde ontfangen se van stonden mit ons in de hanse, Got almechtich sijt bevolen. Screven under der herren des rades der stat Bubeke secret(segell?) des wij samentliken hirto bruken to dessen tijd des dynxedaiges voir sente Michiels daghe anno domini rc XXXVII (24-09-1437).”
In getuichnisse des soe hebben wij burgermeisteren, scepenen ende rade der stat van Zutphen onser stat secreet an dese brieff doen hangen, gegeven in den jair onss heren dusent vierhondert achtendedertich op sente Laurencius avont martiris (09-08-1438).

Uijtschrift van den lesten verbonde dat die de ricteren, knechte ende stede mit malchanderen gemaict hebben



‘zendboden van de raad’; zie ook verderop in de tekst
2 ‘unsen vrundliken gruet unde wes wij guetz vermoegen to voeren’: ‘(brengen wij over) onze vriendelijke groet en alles wat wij aan goeds kunnen overbrengen’; vgl. de hedendaagse Duitse groet en heilwens ‘alles Gute’
3 ‘aan de heren de raad’. Deze combinatie van meervoud en enkelvoud is voor ons hedendaagse taalgevoel minder acceptabel; wij zouden eerder iets zeggen als ‘de heren (de) raadsleden’.
4 Ik kan het niet ontcijferen, maar gezien de context moet het misschien als ‘in’ worden gelezen’(‘in uw brief’).
5 Dit kan ik evenmin ontcijferen, maar de lezing ‘etc.’ lijkt me niet overtuigend.
6 ‘begeren iuwer lieve weten’: ‘begeren de wetenschap van ulieven’, ‘willen dat ulieven weet’
7 voor ‘deselven’
8 voor ‘sich’, dus ‘zich’; zie ook verderop in de tekst
9 ‘denne’, aanwijzend voornaamwoord ter versterking van ‘juwe sendebaden’; vgl. ‘deme’ eerder in de tekst
10 voor ‘Lubeke’
11 mij onbekende afkorting
12 ‘voluit geschreven weergave’
13 De betekenis van ‘ricteren’ (‘magistraten’?) en met name die van ‘knechte’ (‘ridders’ of ‘ridderschap’?) in dit verband is mij niet duidelijk. De Hanze was (althans in hoofdzaak) een verbond van steden. Misschien heeft degene die deze opmerking later heeft toegevoegd zonder nadenken de vaste formulering gebruikt die hij ook gebruikte voor overeenkomsten die in de Staten tussen steden en ridderschap gesloten werden.